Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/420
HR: art. 81 lid 1 RO. Conclusie a-g o.m. over het gebruik van de verklaring(en) van een getuige voor het bewijs die door overlijden niet meer door de verdediging kon worden gehoord.
HR 15-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:411
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 maart 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/03815
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:411, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:101, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑2016
Essentie
HR: art. 81 lid 1 RO. Conclusie a-g o.m. over het gebruik van de verklaring(en) van een getuige voor het bewijs die door overlijden niet meer door de verdediging kon worden gehoord.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 14 juli 2014, nummer 21/000022-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: J.J.J. van Rijsbergen, te Breda.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Verzoeker is bij arrest van 14 juli 2014 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens 1. “opzettelijk handelen in strijd met een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.