Einde inhoudsopgave
Binnenvaartregeling
Artikel 3.25
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
09-12-2013, Stcrt. 2013, 34914 (uitgifte: 13-12-2013, regelingnummer: WJZ/13199207)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2013, Stcrt. 2013, 34914 (uitgifte: 13-12-2013, regelingnummer: WJZ/13199207)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
De minister wijst als keuringsinstantie aan rechtspersonen, die:
- a.
naar zijn oordeel in staat zijn het onderzoek, waar dan ook in Nederland, te verrichten;
- b.
zijn ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel;
- c.
beschikken over een vestiging of vertegenwoordiging in Nederland; en
- d.
beschikken over een accreditatieverklaring, afgegeven door de Raad voor Accreditatie of een andere accreditatie-instelling die erkend is in een lidstaat van de Europese Unie, waaruit blijkt dat de werkzaamheden bedoeld in artikel 3.27, conform NEN-EN-ISO/IEC 17020 (2004) worden uitgevoerd.
2.
Rechtspersonen die nog niet aan het eerste lid, onderdeel d, voldoen, kunnen voorlopig worden aangewezen, indien zij de aanvraag voor accreditatie hebben ingediend bij de Raad voor Accreditatie en blijkens een verklaring van de Raad redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de desbetreffende rechtspersoon zal voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d. Een voorlopige aanwijzing is ten hoogste een jaar geldig.