Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/5.5.3.7:5.5.3.7 Klacht over partijdigheid van deskundige doorbreekt appelverbod niet
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/5.5.3.7
5.5.3.7 Klacht over partijdigheid van deskundige doorbreekt appelverbod niet
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS446255:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie par. 4.5.2.
Hof Den Bosch 17 mei 2005, LJN AT6702; Hof Den Bosch 9 augustus 2005, LJN AU4102, JBPr 2006, 68, m.nt. E.E. Groot. Vgl. Hof Arnhem 27 april 2004, NJ F 2004, 500, JBPr 2004, 56, m.nt. J.W. Westenberg, ro. 4.3.
Zie par. 5.4.2.6.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Tegen de benoeming van een deskundige in de bodemprocedure staat in beginsel geen rechtsmiddel open (art. 194 lid 2 Rv). Tegen de toewijzende beslissing op een verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht is geen hogere voorziening toegelaten (art. 204 lid 2 Rv).1 Een rechtsmiddelenverbod kan in beginsel worden doorbroken, als wordt geklaagd dat bij de behandeling van de zaak in de vorige instantie een zodanig fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden dat van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak niet meer kan worden gesproken. Het hof Den Bosch heeft in twee zaken geoordeeld dat klachten van een partij over partijdigheid van de door de rechtbank benoemde deskundige onvoldoende zijn voor doorbreking van het appelverbod.2 Eén van deze zaken betrof een boedelscheiding, waarin door de rechtbank Maastricht onder andere deskundigen waren benoemd die waren verbonden aan de vestiging van PriceWaterhouse Coopers Accountants N.V. te Den Bosch. De man voerde in hoger beroep aan dat deze deskundigen hun werkzaamheden wegens belangenverstrengeling niet naar behoren zouden kunnen verrichten, waarbij hij erop wees dat de zus van de vrouw was getrouwd met de directeur/eigenaar van deze vestiging. Volgens de vrouw was haar zwager daar geen aandeelhouder of directeur geweest en was hij er al ruim een jaar niet meer werkzaam. Het hof vond dat de gestelde belangenverstrengeling onvoldoende was voor schending van een fundamenteel rechtsbeginsel, waardoor het toepasselijke appelverbod niet werd doorbroken.
Zoals hiervoor vermeld, heeft de Zwitserse rechter een klacht over partijdigheid van een deskundige wel voldoende geacht voor doorbreking van een rechtsmiddelenverbod.3