Einde inhoudsopgave
Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-Agentschap
Artikel XVII Geschillen
Geldend
Geldend vanaf 30-10-1980
- Bronpublicatie:
30-05-1975, Trb. 1975, 123 (uitgifte: 12-11-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-10-1980
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-1980, Trb. 1980, 198 (uitgifte: 01-01-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elk geschil tussen twee of meer Lid-Staten of tussen een of meer van hen en het Agentschap, betreffende de uitlegging of de toepassing van dit Verdrag of van de Bijlagen daarbij, alsmede elk geschil bedoeld in artikel XXVI van Bijlage I, dat niet wordt bijgelegd door bemiddeling van de Raad, wordt op verzoek van een partij bij het geschil onderworpen aan arbitrage.
2.
Tenzij de partijen bij het geschil anders overeenkomen, is de arbitrageprocedure in overeenstemming met dit artikel en met door de Raad met een twee derde meerderheid van alle Lid-Staten aan te nemen aanvullende regels.
3.
Het Scheidsgerecht bestaat uit drie leden. Elke partij bij het geschil benoemt een scheidsman; de twee scheidsmannen benoemen de derde scheidsman, die het voorzitterschap van het Scheidsgerecht op zich neemt. De aanvullende regels bedoeld in het tweede lid bepalen de te volgen procedure indien de benoemingen niet binnen een bepaald tijdsbestek plaats hebben gevonden.
4.
Lid-Staten of het Agentschap die geen partij zijn bij het geschil, kunnen zich met toestemming van het Scheidsgerecht voegen in de procedure, wanneer dit van mening is dat zij een wezenlijk belang hebben bij de beslissing van de zaak.
5.
Het Scheidsgerecht bepaalt zelf zijn zetel en stelt zelf zijn reglement van orde vast.
6.
De uitspraak van het Scheidsgerecht wordt gedaan bij meerderheid van zijn leden, die zich niet van stemming mogen onthouden. De uitspraak is definitief en bindend voor alle partijen bij het geschil en er kan geen beroep tegen worden aangetekend. De partijen dienen onverwijld gevolg te geven aan de uitspraak. In geval van onenigheid omtrent de betekenis of de strekking van de uitspraak, geeft het Scheidsgerecht uitleg op verzoek van een partij bij het geschil.