Einde inhoudsopgave
Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-Agentschap
Artikel XVI Wijzigingen
Geldend
Geldend vanaf 30-10-1980
- Bronpublicatie:
30-05-1975, Trb. 1975, 123 (uitgifte: 12-11-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-10-1980
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-1980, Trb. 1980, 198 (uitgifte: 01-01-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Raad kan de Lid-Staten aanbevelingen doen tot wijziging van dit Verdrag en van Bijlage I daarbij. Een Lid-Staat die een wijziging wenst voor te stellen, doet de Directeur-Generaal mededeling van het wijzigingsvoorstel. De Directeur-Generaal stelt de Lid-Staten in kennis van een hem aldus medegedeelde wijziging en wel ten minste drie maanden voordat deze wijziging door de Raad wordt besproken.
2.
Een door de Raad aanbevolen wijziging treedt in werking dertig dagen nadat de Franse Regering van alle Lid-Staten kennisgeving van aanvaarding heeft ontvangen. De Franse Regering doet alle Lid-Staten mededeling van de datum van inwerkingtreding van een zodanige wijziging.
3.
De Raad kan met eenparigheid van stemmen van alle Lid-Staten elke andere Bijlage bij dit Verdrag wijzigen, mits zodanige wijzigingen niet in strijd zijn met het Verdrag. Een zodanige wijziging treedt in werking op een door de Raad met eenparigheid van stemmen van alle Lid-Staten vast te stellen datum. De Directeur-Generaal doet alle Lid-Staten mededeling van een aldus aangenomen wijziging en van de datum waarop zij in werking treedt.