Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/6.11.10.6
6.11.10.6 Bv 1-bv 2-structuren
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS586269:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Voor een uitleg van dergelijke structuren verwijs ik naar paragraaf 6.8.3.3.
MvT, TK, 2005-2006, 30 572, blz. 71.
MvT, TK, 2005-2006, 30 572, blz. 49.
Vergelijk in dit verband Marres, O.C.R.; Een bankvloek maar geen brandmerk, WFR 2003/225 en Albert, P.G.H.; Renteaftrek in de Wet Vpb 1969, Fiscale geschriften, SDU, Amersfoort, 2004, blz. 63-64. Kok stelt het nog sterker, zie Kok, Q.Wj.C.H.; De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting, Proefschrifteditie, blz. 195-205. Hij is namelijk van mening dat rechtshandelingen binnen fiscale eenheid niet tot toepasselijkheid van art. 10a kunnen leiden, maar voorts dat het verbreken van een fiscale eenheid later niet alsnog tot toepassing van art. 10a kan leiden. Vergelijk in dit verband tevens Marres, O.C.R.; Winstdrainage door renteaftrek, Proefschrifteditie, Kluwer, Deventer, 2005, blz. 175.
Nota navv, EK, 2002-2003, 26 854, blz. 1. Vergelijk voorts NvW, TK, 2000-2001, 26 854, blz. 17.
Vergelijk Pancham S.R. & Brandsma, R.P.C.W.M.; Krijgt u de renteaftrek nog voor elkaar geboxed? Werken aan winst: Groepsrentebox en renteaftrek, WFR 2006/774.
Art. 15ad richt zich tevens tegen bv 1-bv 2-structuren.1 Het is de vraag in hoeverre het bestrijden van dergelijke structuren wordt gecontinueerd met het intrekken van art. 15 ad. In de MvT wordt hieraan geen aandacht besteed.
In de MvT wordt ten aanzien van het intrekken van art. 15 ad slechts het volgende opgemerkt: ‘Het vervallen van artikel 15ad heeft betrekking op het vervallen van de bepalingen inzake overnameholdings (onderstreping JvS). Zie de toelichting bij de aanpassing van artikel 10a’.2
Bij de toelichting bij de aanpassing van art. 10a wordt dienaangaande het volgende opgemerkt (onderstrepingen JvS): ‘Teneinde een vereenvoudiging en systematisering van de renteaftrekbeperkingen te bereiken worden tevens de bepalingen inzake overnameholdingconstructies van artikel 15ad te geïntegreerd in artikel 10a. Dit is vorm gegeven door de bepalingen die betrekking hebben op overnameholdings te laten vervallen en artikel 10a uit te breiden met externe acquisities die als groepsmaatschappij gaan functioneren. Daardoor ontstaat een uniforme tegen-bewijsregeling voor rentelasten in verband met interne en externe acquisities. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan kritiek op de bepalingen inzake overnameholdings, meer specifiek op het feit dat deze geen tegenbewijs voor compenserende heffing kennen. Aan de andere kant leidt het ertoe dat voor overnameholdings de temporisering van de renteaftrek wordt vervangen door het schrappen van de renteaftrek’.3
Uit deze passages lijkt (a contrario) te kunnen worden afgeleid dat bv 1-bv 2-structuren niet zijn overgeheveld naar art. 10a (wv). Weliswaar is de gefinancierde kapitaalstorting meegenomen in art. 10a, lid 1, onderdeel b (wv), maar dit impliceert mijns inziens niet dat de bv 1-bv 2-structuur valt onder het bereik van art. 10a (wv). De kapitaalstorting vindt namelijk plaats binnen fiscale eenheid. Dit betekent dat deze storting ook voor art. 10a (wv) non-existent is, ondanks het feit dat art. 10a, lid 4, onderdeel d bepaalt dat een met de belastingplichtige in een fiscale eenheid gevoegde vennootschap kwalificeert als een met de belastingplichtige verbonden lichaam.4
In paragraaf 6.9.11 heb ik mijn bedenkingen geuit jegens het bestrijden van de bv 1- bv 2-structuur. Thans wordt art. 15ad ingetrokken, en hoewel ik mij hierin kan vinden – het betreft namelijk geen Nederlands probleem, maar een Amerikaans probleem – acht ik het opvallend dat:
art. 15ad wordt ook wordt ingetrokken voor gefinancierde kapitaalstortingen; en
het intrekken van deze wetgeving niet wordt gemotiveerd/toegelicht.
Gegeven het feit dat de wetgever herhaaldelijk heeft aangegeven bv 1-bv 2-structuren onwenselijk te vinden, verdient het intrekken van de wetgeving tegen deze structuren mijns inziens enige toelichting. 5, 6