Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/473
Verstek. Falende klacht aanwezigheidsrecht.
HR 04-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:595
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 april 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
16/02592
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1120, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:497, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑05‑2017
ECLI:NL:HR:2017:595, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:220, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑02‑2017
Essentie
Verstek. Falende klacht aanwezigheidsrecht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 31 maart 2016, nummer 22/003960-15, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. I.A. Groenendijk, te ​’s-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1.
De verdachte is door het gerechtshof Den Haag bij arrest van 31 maart 2016 niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
2.
Namens de verdachte is beroep in cassatie ingesteld. Mr. I.A. Groenendijk, advocaat te ​’s-Gravenhage, heeft een schriftuur ingezonden, houdende drie middelen van cassatie.
3. Het derde middel
3.1.
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.