Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen
Artikel 47 Frequentie van de doorgifte
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2015
- Bronpublicatie:
28-10-2015, PbEU 2015, L 287 (uitgifte: 31-10-2015, regelingnummer: 2015/1962)
- Inwerkingtreding
20-11-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-2015, PbEU 2015, L 287 (uitgifte: 31-10-2015, regelingnummer: 2015/1962)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
Op zee geeft de kapitein van een Unievissersvaartuig de elektronische visserijlogboekgegevens ten minste eenmaal daags, maar niet later dan om 24.00 uur, door aan de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat, ook al is er niets gevangen. Hij verstuurt deze gegevens ook:
- a)
op verzoek van de bevoegde autoriteit van de vlaggenlidstaat;
- b)
onmiddellijk na de laatste visserijactiviteit;
- c)
vóór het binnenvaren van een haven;
- d)
bij elke inspectie op zee;
- e)
bij in de EU-wetgeving of door de vlaggenstaat omschreven gebeurtenissen.
Wanneer de laatste visserijactiviteit binnen één uur vóór het binnenvaren van een haven heeft plaatsgevonden, mogen de onder b) en c) bedoelde doorgiften in één boodschap worden verstuurd.
1 bis.
De kapitein van een Unievissersvaartuig stuurt de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat een elektronisch bericht van vertrek vóór het vertrek uit de haven en vóór het begin van elke andere elektronische transmissie die op de visreis betrekking heeft.
2.
De kapitein kan correcties die aan de gegevens van het elektronische visserijlogboek en de aangiften van overlading zijn aangebracht, doorgeven tot de in lid 1, onder c), bedoelde laatste doorgifte. De correcties moeten duidelijk als zodanig herkenbaar zijn. Alle originele elektronische visserijlogboekgegevens en aan die gegevens aangebrachte correcties worden door de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat opgeslagen.
3.
De kapitein bewaart gedurende elke buitengaats doorgebrachte periode een kopie van de in lid 1 bedoelde gegevens aan boord van het vissersvaartuig totdat de aangifte van aanlanding is overgelegd.
4.
Indien een Unievissersvaartuig zich zonder visserijproducten aan boord in de haven bevindt en de kapitein de aangifte van aanlanding voor alle visserijactiviteiten van de laatste visreis heeft overgelegd, kan de doorgifte overeenkomstig lid 1 worden opgeschort, mits het VCC van de vlaggenlidstaat daarvan vooraf in kennis wordt gesteld. De doorgifte wordt hervat zodra het Unievissersvaartuig de haven verlaat. Voorafgaande kennisgeving is niet vereist voor Unievissersvaartuigen die zijn uitgerust met het VMS en de gegevens via dit systeem doorgeven.