Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/32.4.8:32.4.8 Het EESV
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/32.4.8
32.4.8 Het EESV
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS370571:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het EESV is een Europees, transnationaal, contractueel samenwerkingsverband. In Nederland wordt het EESV als een rechtspersoon aangemerkt. Het EESV heeft een ondersteunend karakter en is bedoeld om de economische werkzaamheid van zijn leden te vergemakkelijken of te ontwikkelen dan wel de resultaten daarvan te verbeteren of te vergroten. Het EESV is in grote mate vergelijkbaar met de personenvennootschap, maar vertoont ook trekjes van de vereniging en de coöperatie. Het EESV is een samenwerkingsverband van het derde archetype.
Wanneer een EESV in een andere rechtsvorm wordt omgezet, komt mijns inziens geen nieuwe belastingplichtige voor de btw tot stand. De juridische vorm van een belastingplichtige is vanwege de rechtsvormneutraliteit op subjectniveau in de btw irrelevant, zodat ook aan de wijziging van die juridische vorm geen betekenis moet worden toegekend. In de beleidssfeer is hieraan in het nationale recht mijns inziens dan ook terecht deze invulling gegeven. Een EESV kan in beginsel deel uitmaken van een fiscale eenheid. Op grond van art. 17 EESV Verordening mag één lid echter niet de meerderheid van stemmen bezitten. Hierdoor kan mijns inziens moeilijk aan de vereiste financiële en organisatorische verwevenheid, zoals daaraan in Nederland invulling wordt gegeven, worden voldaan. Voorts is het transnationale karakter van een EESV, in combinatie met de territoriale begrenzing van de fiscale eenheid, een beletsel voor de vorming van een fiscale eenheid.
Op objectniveau zijn de vraagstukken met betrekking tot de heffing van btw grotendeels vergelijkbaar met die zich voordoen bij personenvennootschappen. Zo kan hetgeen ik voor wat betreft de inbreng in natura heb opgemerkt, mutatis mutandis worden toegepast op het EESV. Daaraan is toe te voegen dat, vanwege het ondersteunende karakter dat het EESV heeft, mogelijk nóg minder snel aan een levering of dienst onder bezwarende titel gelijkgestelde prestatie wordt toegekomen, omdat eventueel betoogd kan worden, dat een lid, dat vermogensbestanddelen inbrengt, deze vermogensbestanddelen nog steeds voor dezelfde bedrijfsdoeleinden gebruikt. De bedrijfsdoeleinden van het EESV zijn uiteindelijk immers dezelfde bedrijfsdoeleinden als die van de leden. Indien de leden een EESV financieren door middel van contributiebetalingen, vormt – gelet op Europese jurisprudentie – de (al dan niet forfaitaire) contributiebetaling al snel de vergoeding voor een wederprestatie van het EESV. Bijzonderheden doen zich verder voor met betrekking tot de overdracht van het lidmaatschap door een lid. Het is mijns inziens verdedigbaar, de overdracht van een lidmaatschapsrecht door een “uittredend lid” te vergelijken met die van een aandeel door een aandeelhouder in een kapitaalsvennootschap. In beginsel vormt de overdracht dan geen belastbare handeling. Gesteld kan worden, dat de heffing van btw ten aanzien van een EESV naar nationaal recht niet wezenlijk anders verloopt dan naar Europees recht.