RvdW 2021/805:Medeplegen van in authentieke akte valse opgave doen opnemen, art. 227 Sr en gewoontewitwassen, art. 420ter Sr. 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 1981/484, m.nt. Mulder m.b.t. vereiste dat authentieke akte is bestemd om de waarheid van dat feit te doen blijken a.b.i. art. 227 Sr. Gezien de bewijsvoering van het hof en zijn vaststelling dat koper geen ondernemer was i.d.z.v. Wet OB, dat toen aan haar geen btw-nummer was toegekend en dat in akte niet-bestaand btw-nummer van koper is opgenomen, getuigt het daarop gebaseerde oordeel dat in notariële akte opgenomen btw-nummer van koper een feit oplevert ‘van welks waarheid die akte moet doen blijken’ niet van een onjuiste rechtsopvatting en is het evenmin onbegrijpelijk. Opgave van btw-nummer diende immers mede om aan te tonen dat is voldaan aan (een van) vereisten voor belaste levering, terwijl blijkens art. 11 lid 1 onder a sub 2° Wet OB keuze voor belaste levering van ondernemer die levering verricht en degene aan wie wordt geleverd dient te blijken uit notariële akte van levering. 2. Gewoontewitwassen; voorwerpen afkomstig uit valsheid in geschrift en niet-ambtelijke omkoping? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2020/188 m.b.t. vraag wanneer voorwerpen afkomstig zijn uit enig misdrijf a.b.i. art. 420bis en 420ter Sr. Hof heeft geoordeeld dat in bewezenverklaring genoemde geldbedragen zijn verkregen door valsheid in geschrift en ‘door de handelwijze van verdachte t.a.v. [B] en [C]’, die hof beschouwt als een vorm van niet-ambtelijke omkoping. Indien oordeel is dat in bewezenverklaring genoemde geldbedragen (mede) afkomstig zijn uit valsheid in geschrift, omdat de ontvangst en betaling van de geldbedragen heeft plaatsgevonden met gebruikmaking van valse facturen, getuigt het van een onjuiste rechtsopvatting. Indien oordeel is dat in de bewezenverklaring genoemde geldbedragen (mede) afkomstig zijn uit de niet-ambtelijke omkoping van [B] en [C], is het niet z.m. begrijpelijk, nu uit bewijsvoering niet volgt dat verdachte werkzaam was in dienstbetrekking bij of optrad als lasthebber voor [D]. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.