Artikel 72a
1
Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt op de belasting die is verschuldigd ter zake van de uitslag als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van ongelode lichte olie en gasolie een vermindering toegepast indien aan deze minerale oliën biobrandstoffen zijn toegevoegd.
2
Voor de toepassing van deze vermindering wordt verstaan onder:
- a.
ongelode lichte olie: hetgeen ingevolge artikel 26, tweede lid, onder dit begrip wordt verstaan;
- b.
gasolie: hetgeen ingevolge artikel 26, vierde lid, onder dit begrip wordt verstaan, niet zijnde gasolie die wordt belast naar het tarief van artikel 27, derde lid.
3
Voor de toepassing van deze vermindering wordt verstaan onder biobrandstoffen:
- a.
ethylalcohol als bedoeld bij GN-code 2207 10 00, andere dan langs synthetische weg verkregen ethylalcohol, met een alcoholgehalte van 99% vol;
- b.
biodiesel, zijnde een mengsel van methylesters van vetzuren van plantaardige oliën of dierlijke vetten, als bedoeld bij GN-code 3824 90 99.
4
De vermindering bedraagt € 10,10 per 1000 liter ongelode lichte olie voor zover aan de uitgeslagen hoeveelheid ongelode lichte olie ten minste 2% ethylalcohol is toegevoegd. Indien minder ethylalcohol is toegevoegd wordt de vermindering naar verhouding verlaagd.
5
De vermindering bedraagt € 6,10 per 1000 liter gasolie voor zover aan de uitgeslagen hoeveelheid gasolie ten minste 2% biodiesel is toegevoegd. Indien minder biodiesel is toegevoegd wordt de vermindering naar verhouding verlaagd.
6
De in het vierde en vijfde lid bedoelde toevoegingen blijken uit de administratie. In de administratie zijn opgenomen de hoeveelheden ethylalcohol en biodiesel die in de accijnsgoederenplaats zijn ingeslagen of geproduceerd en die zijn toegevoegd aan de hoeveelheden ongelode lichte olie en gasolie die uit die accijnsgoederenplaats zijn uitgeslagen. In de administratie zijn tevens opgenomen de hoeveelheden biobrandstoffen die zijn toegevoegd aan ongelode lichte olie en gasolie die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, derde lid, onderdeel a, zijn overgebracht naar een andere accijnsgoederenplaats.
7
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.