Einde inhoudsopgave
Wet op de accijns
Artikel 76 [Aanvrager accijnszegels moet zekerheid stellen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
20-12-2012, Stb. 2012, 668 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 33402)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2012, Stb. 2012, 668 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 33402)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
Om de in artikel 75, tweede lid, bedoelde toestemming te kunnen verkrijgen stelt degene die de accijnszegels aanvraagt zekerheid voor het bedrag aan accijns dat de accijnszegels vertegenwoordigen.
2.
Het bedrag van de zekerheid wordt door de inspecteur vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking. De vaststelling geschiedt tot een zodanig bedrag dat het bedrag aan accijns dat de zegels vertegenwoordigen voldoende verzekerd kan worden geacht.
3.
Indien de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats en de geregistreerde geadresseerde zekerheid hebben gesteld op de voet van artikel 56 kan die zekerheid mede dienen als zekerheid als bedoeld in het eerste lid.
4.
Met betrekking tot de zekerheid, bedoeld in het eerste lid, zijn de artikelen 57 tot en met 60 van overeenkomstige toepassing.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.