Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/994
Betekeningsperikelen. Is het in de appelakte opgegeven adres van verdachte achterhaald door het nadien (kennelijk) door hem opgegeven adres zoals dat blijkt uit de ID-staat SKDB? Vgl. HR 12 maart 2002, NJ 2002/317 en HR 10 januari 2017, NJ 2017/44.
HR 19-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2405
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 september 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/05390
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2405, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:842, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2017
Essentie
Betekeningsperikelen. Is het in de appelakte opgegeven adres van verdachte achterhaald door het nadien (kennelijk) door hem opgegeven adres zoals dat blijkt uit de ID-staat SKDB? Vgl. HR 12 maart 2002, NJ 2002/317 en HR 10 januari 2017, NJ 2017/44.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 4 augustus 2015, nummer 22/004097-14, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: O.J. Much, te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
Het gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 4 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.