Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/397
Falende bewijs- en strafmotiveringsklachten. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 14-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:437
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 maart 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/02848
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:437, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2017
Essentie
Falende bewijs- en strafmotiveringsklachten. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 13 mei 2015, nummer 23/003412-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. P.H.L.M. Souren, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft verdachte op 13 mei 2015 voor 1 subsidiair: medeplichtigheid aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod, 2: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.