Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/389
Gemotiveerde niet-ontvankelijkverklaring van het cassatieberoep wegens onvoldoende belang bij op zich terechte klacht tegen de bewijsconstructie.
HR 21-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:472
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 maart 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/02065
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:472, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:161, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑06‑2016
- Wetingang
Essentie
Gemotiveerde toepassing van art. 80a RO.
Verdachte is schuldig verklaard zonder toepassing van straf wegens mishandeling van twee personen. Klacht dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat één van de slachtoffers letsel heeft bekomen is terecht. Belang van verdachte bij zijn cassatieberoep is niet evident. Een mogelijk civielrechtelijk belang indien verdachte door dat slachtoffer zou worden betrokken in een civiele procedure tot vergoeding van schade wegens (beweerdelijk) toegebracht letsel, vormt niet een voldoende belang bij het cassatieberoep. Niet-ontvankelijkverklaring van het cassatieberoep.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.