Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit pensioenen
3.2.3 Voortgezette pensioenopbouw na onvrijwillig ontslag zonder direct aansluitende inkomensvervangende loongerelateerde uitkering
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Inwerkingtreding
11-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Er doen zich situaties voor waarin er na het onvrijwillige ontslag een periode is waarin geen sprake is van een inkomensvervangende loongerelateerde uitkering. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de volgende situaties:
- –
De dienstbetrekking van een werknemer wordt onvrijwillig beëindigd vanwege arbeidsongeschiktheid. De werknemer is echter minder dan 35% arbeidsongeschikt en krijgt daarom geen WIA-uitkering. Binnen vier weken na het beëindigen van de dienstbetrekking neemt de mate van arbeidsongeschiktheid toe en ontvangt de werknemer alsnog een WIA-uitkering. In de pensioenregeling is bepaald dat in die situatie in (premievrije) voortgezette pensioenopbouw wordt voorzien vanaf de ontslagdatum. Voortgezette pensioenopbouw is in die situatie fiscaal niet mogelijk, omdat de WIA-uitkering niet aansluitend op het onvrijwillige ontslag wordt genoten.
- –
De dienstbetrekking van een werknemer wordt onvrijwillig beëindigd vanwege arbeidsongeschiktheid. De werknemer is echter bij ontslag minder dan 35% arbeidsongeschikt en krijgt daarom geen WIA-uitkering. Buiten de periode van vier weken na het beëindigen van de dienstbetrekking neemt de arbeidsongeschiktheid toe en krijgt de arbeidsongeschikte werknemer alsnog een WIA-uitkering. In de pensioenregeling is bepaald dat deze voortgezette pensioenopbouw plaatsvindt vanaf de datum waarop de WIA-uitkering wordt ontvangen. Voortgezette pensioenopbouw is in die situatie fiscaal niet mogelijk, omdat de WIA-uitkering niet aansluitend op het onvrijwillige ontslag wordt genoten.
Aanwijzing
Met toepassing van artikel 19d Wet LB wijs ik onder de volgende voorwaarden de hiervoor bedoelde regelingen aan als pensioenregeling.
Voorwaarden
- 1.
Het betreft werknemers die vanwege arbeidsongeschiktheid onvrijwillig worden ontslagen, maar die in eerste instantie vanwege de beperkte mate van arbeidsongeschiktheid geen inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering ontvangen. Na een toename van de arbeidsongeschiktheid ontvangt de werknemer na verloop van tijd alsnog een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering.
- 2.
In de pensioenregeling is bepaald dat:
- a.
De pensioenopbouw (premievrij) wordt voortgezet vanaf het moment dat de (voormalige) werknemer vanwege een toegenomen arbeidsongeschiktheid alsnog een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering ontvangt.
- b.
De voortgezette pensioenopbouw wordt beëindigd op het moment dat de (voormalige) werknemer geen inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering meer ontvangt.
- c.
De na het alsnog ontvangen van een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering voortgezette pensioenopbouw kan slechts plaatsvinden voor zover geen cumulatie plaatsvindt met opbouw in een pensioenregeling van een eventuele andere werkgever of opbouw in een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling.
- 3.
De pensioenregeling voldoet voor het overige aan de eisen die de Wet LB daaraan stelt dan wel is ook voor het overige aangewezen als pensioenregeling in de zin van de Wet LB.