Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit pensioenen
3.2.4 Voortgezette pensioenopbouw na onvrijwillig ontslag met een onderbroken loongerelateerde uitkering
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Inwerkingtreding
11-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
De pensioenopbouw kan na onvrijwillig ontslag vanwege arbeidsongeschiktheid worden voortgezet indien de voormalige werknemer in aansluiting op de beëindigde dienstbetrekking een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering ontvangt. Op het moment dat de (voormalige) werknemer geen inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering meer ontvangt (bijvoorbeeld omdat hij weer arbeidsgeschikt is), moet de voortgezette pensioenopbouw stoppen. In de situatie waarin de inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering slechts tijdelijk wordt onderbroken omdat de voormalige werknemer opnieuw arbeidsongeschikt wordt, is het volgens de fiscale regels niet mogelijk om de eerder beëindigde voortgezette pensioenopbouw weer te hervatten. Er is dan geen sprake van een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering die wordt genoten in aansluiting op onvrijwillig ontslag.
Aanwijzing
Met toepassing van artikel 19d Wet LB wijs ik onder de volgende voorwaarde de hiervoor bedoelde regelingen aan als pensioenregeling.
Voorwaarden
- 1.
De aanwijzing is bedoeld voor voormalige werknemers van wie de voortgezette pensioenopbouw na onvrijwillig ontslag is geëindigd omdat er niet langer een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering werd ontvangen. Op een later gelegen moment is de mate van arbeidsongeschiktheid weer toegenomen en ontvangt de voormalige werknemer opnieuw een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering.
- 2.
In de pensioenregeling is bepaald dat:
- a.
De voortgezette pensioenopbouw (premievrij) wordt hervat vanaf het moment dat de (voormalige) werknemer vanwege een toegenomen arbeidsongeschiktheid opnieuw een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering ontvangt.
- b.
De hervatte voortgezette pensioenopbouw wordt beëindigd op het moment dat de (voormalige) werknemer geen inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering meer ontvangt.
- c.
De na het opnieuw ontvangen van een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering hervatte voortgezette pensioenopbouw kan slechts plaatsvinden voor zover geen cumulatie plaatsvindt met opbouw in een pensioenregeling van een eventuele andere werkgever of opbouw in een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling.
- 3.
De pensioenregeling voldoet voor het overige aan de eisen die de Wet LB daaraan stelt dan wel is ook voor het overige aangewezen als pensioenregeling in de zin van de Wet LB.