Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/64
Verjaring feiten, voor zover die aan het oordeel van de Hoge Raad zijn onderworpen.
HR 01-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3441
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 december 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/04592
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3441, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Verjaring; zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer, subsidiair weigering bloedproef, rijden onder invloed en gevaar op de weg veroorzaken. Voor de beantwoording van de vraag of het tenlastegelegde feit is verjaard, moet de tenlastelegging worden beoordeeld naar de stand van het recht ten tijde van de beantwoording van die vraag en dus niet naar de stand van het recht ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding. Nu verdachte in eerste aanleg is vrijgesproken van roekeloos rijgedrag en zijn hoger beroep kennelijk niet tegen die vrijspraak is gericht, staat dat onderdeel van de tenlastelegging niet ter toetsing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.