RvdW 2016/80:Schilderijen van kinderporno. ’s Hofs oordeel dat schilderijen niet reeds naar hun aard buiten het bereik van art. 240b Sr vallen, is juist. ’s Hofs oordeel dat het bij de onderhavige afbeeldingen telkens gaat om een seksuele gedraging waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokken, dus om realistische afbeeldingen als bedoeld in art. 240b Sr, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting, is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.