Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/327
Noodweer(exces). Oordeel dat geen sprake is geweest van ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding door A is niet zonder meer begrijpelijk, gelet op wat het hof heeft vastgesteld omtrent de gang van zaken in de woning en in aanmerking genomen dat door en namens verdachte is aangevoerd dat B en A gezamenlijk op haar afkwamen en dat verdachte vrijwel direct werd aangevallen.
HR 05-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:309
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 maart 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/00030
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:309, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:30, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2019
Essentie
Noodweer(exces). Oordeel dat geen sprake is geweest van ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding door A is niet zonder meer begrijpelijk, gelet op wat het hof heeft vastgesteld omtrent de gang van zaken in de woning en in aanmerking genomen dat door en namens verdachte is aangevoerd dat B en A gezamenlijk op haar afkwamen en dat verdachte vrijwel direct werd aangevallen.
Partij(en)
5 maart 2019
Strafkamer
nr. S 17/00030
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 14 december 2016, nummer 23/005095-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.