Einde inhoudsopgave
Aanvullingswet natuur Omgevingswet
Artikel 2.4 (Natura 2000-vergunningen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
08-07-2020, Stb. 2020, 310 (uitgifte: 04-09-2020, kamerstukken: 34985)
18-12-2019, Stb. 2019, 517 (uitgifte: 30-12-2019, kamerstukken: 35347)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Vergunningen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming die onherroepelijk zijn, gelden als omgevingsvergunningen voor Natura 2000-activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet.
2.
Voorschriften, verbonden aan vergunningen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming die onherroepelijk zijn, gelden als voorschriften als bedoeld in artikel 5.34, eerste lid, van de Omgevingswet.
3.
Onderdelen van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht die onherroepelijk is, die betrekking hebben op het realiseren van een project als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, gelden als onderdelen van een omgevingsvergunning voor meer activiteiten als bedoeld in artikel 5.7, eerste lid, van de Omgevingswet, die betrekking hebben op een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet.
4.
Verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht die zijn gegeven voor aanvragen van een omgevingsvergunning die ook betrekking hebben op het realiseren van een project als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, gelden als instemmingen als bedoeld in artikel 16.16 van de Omgevingswet.
5.
Artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Omgevingswet is niet van toepassing op besluiten als bedoeld in artikel 9.4, achtste of negende lid, van de Wet natuurbescherming die onherroepelijk zijn. De paragrafen 5.1.3, 5.1.4 en 5.1.5 van de Omgevingswet zijn van overeenkomstige toepassing.