Einde inhoudsopgave
Aanvullingswet natuur Omgevingswet
Artikel 2.1 (aanwijzingsbesluiten natuurgebieden)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
08-07-2020, Stb. 2020, 310 (uitgifte: 04-09-2020, kamerstukken: 34985)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Besluiten tot aanwijzing van gebieden als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming die onherroepelijk zijn, gelden als besluiten als bedoeld in artikel 2.44, eerste lid, van de Omgevingswet.
2.
Besluiten tot aanwijzing van gebieden als bedoeld in artikel 2.11, eerste lid, van de Wet natuurbescherming die onherroepelijk zijn, gelden als besluiten als bedoeld in artikel 2.44, tweede lid, van de Omgevingswet.
3.
Besluiten tot aanwijzing van gebieden als bedoeld in artikel 8.3, eerste lid, van de Wet natuurbescherming die onherroepelijk zijn, gelden als besluiten als bedoeld in artikel 2.44, derde lid, van de Omgevingswet.
4.
Besluiten tot aanwijzing van gebieden als bedoeld in artikel 1.12, tweede lid, van de Wet natuurbescherming die onherroepelijk zijn, gelden als besluiten als bedoeld in artikel 2.44, vierde lid, van de Omgevingswet.
5.
Besluiten tot aanwijzing van gebieden als bedoeld in artikel 1.12, derde lid, van de Wet natuurbescherming die onherroepelijk zijn, gelden als besluiten als bedoeld in artikel 2.44, vijfde lid, van de Omgevingswet.