Einde inhoudsopgave
Aanvullingswet natuur Omgevingswet
Artikel 2.3 (maatregelen ter bescherming Natura 2000-gebieden of bijzondere nationale natuurgebieden)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
08-07-2020, Stb. 2020, 310 (uitgifte: 04-09-2020, kamerstukken: 34985)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Besluiten tot het opleggen van verplichtingen als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, van de Wet natuurbescherming die onherroepelijk zijn, gelden als besluiten tot het stellen van maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet.
2.
Besluiten tot het opleggen van verboden of beperkingen als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wet natuurbescherming die onherroepelijk zijn, gelden als besluiten tot het opleggen van verboden of beperkingen als bedoeld in artikel 2.45, eerste lid, van de Omgevingswet.
3.
Besluiten tot het opleggen van verboden of beperkingen als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, in samenhang met 2.10, eerste lid, onder b, van de Wet natuurbescherming, die onherroepelijk zijn, gelden als besluiten tot het opleggen van verboden of beperkingen als bedoeld in artikel 2.45, tweede lid, van de Omgevingswet.
4.
Besluiten tot het opleggen van verboden of beperkingen als bedoeld in artikel 2.11, derde lid, in samenhang met 2.5 van de Wet natuurbescherming, die onherroepelijk zijn, vastgesteld door:
- a.
Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gelden als besluiten tot het opleggen van verboden of beperkingen als bedoeld in artikel 2.45, derde lid, van de Omgevingswet,
- b.
provinciale staten of gedeputeerde staten, gelden als besluiten tot het opleggen van verboden of beperkingen als bedoeld in artikel 2.45, vierde lid, van de Omgevingswet.
5.
Feitelijke handelingen als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, van de Wet natuurbescherming die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet nog niet zijn voltooid, en de plaatsing van kentekenen als bedoeld in artikel 2.6, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, wel dan niet in samenhang met artikel 2.10, eerste lid, onder a, of 2.11, derde lid, van de Wet natuurbescherming, gelden als maatregelen als bedoeld in artikel 10.10b van de Omgevingswet.