Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 168/2013 goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers
Artikel 75 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Geldend
Geldend vanaf 20-02-2019
- Bronpublicatie:
16-01-2019, PbEU 2019, L 30 (uitgifte: 31-01-2019, regelingnummer: 2019/129)
- Inwerkingtreding
20-02-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-2019, PbEU 2019, L 30 (uitgifte: 31-01-2019, regelingnummer: 2019/129)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel gestelde voorwaarden.
2.
De in artikel 18, lid 3, artikel 20, lid 2, artikel 21, lid 8, artikel 22, leden 5 en 6, artikel 23, leden 6 en 12, artikel 24, lid 3, artikel 25, lid 8, artikel 32, lid 6, artikel 33, lid 6, artikel 50, lid 4, artikel 54, lid 3, artikel 57, lid 12, artikel 65 en artikel 74, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar vanaf 22 maart 2013. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van vijf jaar verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. De Commissie stelt uiterlijk op 22 juni 2022 en negen maanden vóór het einde van elke daaropvolgende periode van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie.
3.
De in artikel 18, lid 3, artikel 20, lid 2, artikel 21, lid 5, artikel 22, leden 5 en 6, artikel 23, leden 6 en 12, artikel 24, lid 3, artikel 25, lid 8, artikel 32, lid 6, artikel 33, lid 6, artikel 50, lid 4, artikel 54, lid 3, artikel 57, lid 12, artikel 65 en artikel 74 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij daar tegelijkertijd het Europees Parlement en de Raad van in kennis.
5.
Een overeenkomstig artikel 18, lid 3, artikel 20, lid 2, artikel 21, lid 5, artikel 22, leden 5 en 6, artikel 23, leden 6 en 12, artikel 24, lid 3, artikel 25, lid 8, artikel 32, lid 6, artikel 33, lid 6, artikel 50, lid 4, artikel 54, lid 3, artikel 57, lid 12, artikel 65 en artikel 74 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn aan de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.