Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1275
Lokaalvredebreuk: vordering tot verwijdering gedaan door bevoegde ambtenaar.
HR 13-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2100
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 november 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/01472
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2100, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:858, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑10‑2017
- Wetingang
Art. 139 Sr
Essentie
Lokaalvredebreuk: vordering tot verwijdering gedaan door bevoegde ambtenaar.
Tegen de achtergrond van de totstandkoming van art. 138 en 139 Sr moet worden aangenomen dat de woorden “vordering van den ‘bevoegden’ ambtenaar” in art. 139 lid 1 Sr enkel tot uitdrukking brengen dat de vordering moet zijn gedaan vanwege de rechthebbende — bijvoorbeeld de Staat of de gemeente — van het voor de openbare dienst bestemde lokaal. Onder ‘ambtenaar’ is tevens begrepen degene die onder toezicht en verantwoording van de overheid is aangesteld in een functie waaraan een openbaar karakter niet kan worden ontzegd. In casu ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.