Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/361d:361d Het systeem van de wet kan ook impliceren dat aan verweerder een verweermiddel wordt verschaft
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/361d
361d Het systeem van de wet kan ook impliceren dat aan verweerder een verweermiddel wordt verschaft
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691692:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Het relativiteitsverweer is m.i. een bevrijdend verweer; stelplicht en bewijsrisico rusten bij de partij die een beroep doet op het ontbreken van relativiteit.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De partij die aansprakelijk wordt gesteld op grond van art. 6:162 BW heeft er belang bij dat vast komt te staan dat niet is voldaan aan het relativiteitsvereiste (art. 6:163 BW); dan is de aangesprokene niet aansprakelijk. Bij een dergelijk verweer ligt het op de weg van de aangesproken partij om aan te voeren dat (en waarom) de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de schade zoals de benadeelde die stelt te hebben geleden.1 Wanneer de aangesproken partij dat heeft nagelaten, wordt ervan uitgegaan dat aan het relativiteitsvereiste is voldaan. Zoals was aangegeven in de introductie van hoofdstuk 4 wordt een beroep op het relativiteitsvereiste in dit onderzoek niet besproken.