Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/359:359 Inleiding
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/359
359 Inleiding
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691438:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Tegen de achtergrond van de geschetste taakverdeling tussen de rechter en partijen worden achtereenvolgens de volgende rubrieken behandeld. Rechtsregels waarbij de rechter afhankelijk is van een beroep op een bevrijdend verweer om een beslissing te kunnen nemen over de rechtsregel (vervolg 10.3). Op grond van jurisprudentie is het strenge uitgangspunt van partijautonomie wat verlaten: de rechter mag onder omstandigheden ambtshalve een rechtsregel in het partijdebat bespreken (10.4). Daarna komt aan de orde dat de rechter – ook hier blijft uitgangspunt dat hij afhankelijk is van een gevoerd verweer - procedureel een ambtshalve te verrichten taak krijgt toebedeeld (10.5); het Eigen Haard-arrest, waar de uitbreiding van toepassing van art. 25 Rv mogelijk wordt gemaakt, wordt besproken. Vervolgens worden de regels waarbij de rechter op grond van de wet feiten mag aanvullen of een rechtsregel toepassen behandeld (10.6) en ten slotte wanneer de rechter ambtshalve moet nagaan of hij een rechtsregel moet toepassen (10.7). Alle rubrieken zullen aan een afzonderlijke analyse worden onderworpen. De rubrieken behelzen een bespreking van de procedure in eerste aanleg.