Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Bijlage 15a
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 11690 (uitgifte: 25-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 26266335)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 11690 (uitgifte: 25-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 26266335)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
behorende bij artikel 12.2, tweede lid
A. De vergoeding voor het uitvoeren van taken als bedoeld in artikel 133, eerste lid, onderdeel b, van de wet in verband met een mijnbouwwerk voor het opsporen en winnen van aardwarmte
- 1.
De vergoeding die jaarlijks in rekening wordt gebracht aan een houder van een startvergunning aardwarmte, bedraagt € 6.157.
- 2.
De vergoeding die jaarlijks in rekening wordt gebracht aan een houder van een vervolgvergunning aardwarmte, bedraagt € 5.367.
- 3.
In afwijking van het eerste en tweede lid wordt de vergoeding niet in rekening gebracht in het kalenderjaar waarin de vergunning is verleend.
B. De vergoeding voor het nemen van een besluit, adviseren over of instemmen met, beoordelen van een melding en beoordelen van gegevens en bescheiden als bedoeld in artikel 133, eerste lid, onderdeel a, van de wet
- 1.
De vergoeding voor het nemen van een besluit, het adviseren over of het instemmen met of het doen van een beoordeling op aanvraag is gelijk aan het bij de desbetreffende handeling genoemde bedrag in onderstaande tabel, te verhogen met de kosten voor het bekendmaken of mededelen van ontwerpbesluiten en besluiten in de media.
- 2.
In het geval krachtens de Regeling leges omgevingsvergunning rijksoverheid een vergoeding verschuldigd is, blijven de artikelen 2.13 en 2.15 van die regeling buiten toepassing, indien in deze bijlage in een vergoeding is voorzien.
- 3.
In afwijking van het eerste lid is de vergoeding voor het nemen van een besluit, het adviseren over of het instemmen met of het doen van een beoordeling op een aanvraag die is ingediend voor 1 mei 2023, gelijk aan nul.
Het bedrag behorend bij | als bedoeld in | is | |
---|---|---|---|
a | het intrekken van een besluit | artikel 161a, tweede lid, onderdelen b, c, en f tot en met j, van het besluit | € 0 |
b | het verlenen van een toewijzing zoekgebied | artikel 24d van de wet | € 5.494 |
c | het wijzigen van een toewijzing zoekgebied | artikel 24l, eerste lid, van de wet | € 5.709 |
d | het intrekken van een toewijzing zoekgebied | artikel 24l, eerste lid, van de wet | € 2.107 |
e | het verlenen van een startvergunning (uitgebreide procedure) | artikelen 24n in samenhang met 24r van de wet | € 39.370 |
f | het wijzigen van een startvergunning | artikel 24ab, eerste en tweede lid, van de wet | € 14.224 |
g | het intrekken van een startvergunning | artikel 24ab, eerste en tweede lid, van de wet | € 4.920 |
h | het verlenen van een vervolgvergunning (uitgebreide procedure) | artikelen 24ae in samenhang met 24ag van de wet | € 39.370 |
i | het verlenen van een vervolgvergunning (reguliere procedure) | artikel 24ae van de wet | € 12.195 |
j | het wijzigen van een vervolgvergunning | artikel 24ao, eerste en tweede lid, van de wet | € 13.650 |
k | het intrekken van een vervolgvergunning | artikel 24ao, eerste en tweede lid, van de wet | € 2.460 |
l | het instemmen met de aanwijzing van een uitvoerder | artikel 24z, derde lid, van de wet | € 4.400 |
m | het wijzigen of intrekken van de instemming met de aanwijzing van een uitvoerder | artikel 24z, zesde lid, van de wet | € 4.400 |
n | het verlenen of wijzigen van een omgevingsvergunning met de reguliere procedure | artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, en paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 3.3, vierde lid, van het Besluit omgevingsrecht | € 8.148 |
o | het verlenen of wijzigen van een omgevingsvergunning met de uitgebreide procedure | artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, en paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 3.3, vierde lid, van het Besluit omgevingsrecht | € 15.742 |
p | het verlenen van een omgevingsvergunning inzake een verandering van een inrichting of mijnbouwwerk of de werking daarvan, die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu met de reguliere procedure | artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, paragraaf 3.2 in samenhang met artikel 3.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 3.3, vierde lid, van het Besluit omgevingsrecht | € 5.500 |
q | het verlenen van een omgevingsvergunning inzake een verandering van een inrichting of mijnbouwwerk of de werking daarvan, die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu met de uitgebreide procedure | artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, en paragraaf 3.3 en art. 3.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 3.3, vierde lid, van het Besluit omgevingsrecht | € 8.480 |
r | het verlenen van een omgevingsvergunning met beoordeling milieueffectrapportage met de reguliere procedure | artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, en paragraaf 3.2, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, alsmede artikel 7.16 van de Wet milieubeheer | € 10.600 |
s | het verlenen van een omgevingsvergunning met beoordeling milieueffectrapportage met de uitgebreide procedure | artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, en paragraaf 3.3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, alsmede artikel 7.16 van de Wet milieubeheer | € 13.160 |
t | het verlenen van een omgevingsvergunning met een milieueffectrapportage met de reguliere procedure | artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, en paragraaf 3.2, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.28 van de Wet milieubeheer | € 16.150 |
u | het verlenen van een omgevingsvergunning met een milieueffectrapportage met de uitgebreide procedure | artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, en paragraaf 3.3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.28 van de Wet milieubeheer | € 18.980 |
v | het verlenen van een vergunning voor het gebruik van ontplofbare stoffen voor verkenningsonderzoek, te verrichten anders dan in oppervlaktewater | artikel 22, eerste lid, van het besluit | € 4.400 |
w | het verlenen of wijzigen van een ontheffing voor verkenningsonderzoek binnen een afstand van 100 m van hoofdwaterkerende dijken | artikel 2.2.4, derde lid, van de regeling | € 12.240 |
x | het verlenen of wijzigen van een ontheffing voor verkenningsonderzoek op afstand kleiner dan 50 m van gebouwen of objecten | artikel 2.2.4, derde lid, van de regeling | € 12.240 |
y | de ontheffing voor meetapparatuur | artikel 35, derde lid, van het besluit | € 1.324 |
z | het instemmen met het meetplan | artikel 30, derde lid, van het besluit | € 1.080 |
aa | het na uitvoering van een milieueffectrapportage verlenen van een vergunning voor het leggen van pijpleidingen | artikel 95 in samenhang met artikel 94, eerste lid, van het besluit | € 4.361 |
bb | het verlenen van een instemming de frequentie van het onderzoek te verminderen | artikel 99, vierde lid, van het besluit | € 1.984 |
cc | het instemmen met her-ingebruikname van de pijpleiding | artikel 101, eerste lid, van het besluit | € 1.640 |
dd | het instemmen met en wijzigen van de instemming met een verwijderingsplan mijnbouwwerk, kabels of pijpleidingen | artikelen 44a, eerste en vijfde lid, en 45, vierde lid, van de wet | € 5.500 |
ee | het beoordelen van een melding van het voornemen om werkzaamheden uit te voeren, het wijzigen van die melding | artikel 7 van het Besluit algemene regels milieu mijnbouw | € 1.020 |
ff | het verlenen of wijzigen van een ontheffing voor de boorgatafsluiters of de uitbreiding van de beveiligingsinstallatie | artikel 8.3.1.4, zesde lid, van de regeling | € 1.620 |
gg | het verlenen of wijzigen van een ontheffing voor het hoofdbedieningsverdeelwerk | artikel 8.3.1.5, tweede lid, van de regeling | € 1.404 |
hh | het verlenen of wijzigen van een ontheffing voor een persproef | artikel 8.3.2.2, vierde lid, van de regeling | € 1.404 |
ii | het verlenen of wijzigen van een ontheffing voor het aantal beveiligingen van de put | artikel 8.3.4.1, vierde lid, van de regeling | € 1.440 |
jj | het verlenen of wijzigen van een ontheffing voor bepaalde gevallen, inzake een effectieve en duurzame methode voor het buiten gebruik stellen van putten. | artikel 8.5.1.4, eerste lid, van de regeling | € 2.628 |
kk | het beoordelen van een melding buiten werking stellen | artikel 44, eerste lid, en artikel 45, eerste lid, van de wet | € 2.030 |
ll | het verlenen van ontheffing en wijzigen van de ontheffing van overleggen verwijderingsplan | artikelen 44b, eerste lid, en 45, derde lid, van de wet, in samenhang met artikel 40e van het besluit | € 2.030 |
mm | het instemmen met het rapport over de verwijdering mijnbouwwerk, kabels, pijpleidingen | artikelen 44c, derde lid, en 45, vierde lid, van de wet | € 5.500 |
C. Bijkomende vergoeding van kosten
De vergoeding, bedoeld in de onderdelen A en B, wordt verhoogd met:
- a.
de kosten van onderzoek, bedoeld in artikel 127, eerste lid, onderdeel d, van de wet, naar:
- 1°
de effecten van de wijze van winning alsmede de daarmee verband houdende activiteiten;
- 2°
de effecten van bodembeweging ten gevolge van de winning en de maatregelen ter voorkoming van schade door bodembeweging;
- 3°
de risico’s voor omwonenden, gebouwen of infrastructurele werken of de functionaliteit daarvan;
- 4°
het nemen van monsters die nodig zijn voor het onderzoek;
- 5°
het berekenen van risico’s en het uitvoeren van analyses op monsters, indien van belang in verband met de effecten, bedoeld in subonderdelen 1° en 2° of de risico’s, bedoeld in subonderdeel 3°; en
- b.
de kosten, die zijn gemaakt voor het onderzoek, bedoeld in onderdeel a, die betrekking hebben op de volgende componenten:
- 1°
berekeningen, controleberekeningen, literatuurstudies, analyses, modelstudies en onderzoeken;
- 2°
het opstellen van rapportages en adviezen;
- 3°
laboratoriumkosten;
- 4°
verwerkings- en verzendkosten;
- 5°
administratiekosten;
- 6°
een bedrag per uur per met de werkzaamheden belaste persoon;
- 7°
overige kosten die verband houden met deze werkzaamheden.
De vergoeding, bedoeld in de onderdelen A en B, wordt verhoogd met:
- a.
de kosten van onderzoek, bedoeld in artikel 127, eerste lid, onderdeel d, van de wet, naar:
- 1°
de effecten van de wijze van winning alsmede de daarmee verband houdende activiteiten;
- 2°
de effecten van bodembeweging ten gevolge van de winning en de maatregelen ter voorkoming van schade door bodembeweging;
- 3°
de risico’s voor omwonenden, gebouwen of infrastructurele werken of de functionaliteit daarvan;
- 4°
het nemen van monsters die nodig zijn voor het onderzoek;
- 5°
het berekenen van risico’s en het uitvoeren van analyses op monsters, indien van belang in verband met de effecten, bedoeld in subonderdelen 1° en 2° of de risico’s, bedoeld in subonderdeel 3°; en
- b.
de kosten, die zijn gemaakt voor het onderzoek, bedoeld in onderdeel a, die betrekking hebben op de volgende componenten:
- 1°
berekeningen, controleberekeningen, literatuurstudies, analyses, modelstudies en onderzoeken;
- 2°
het opstellen van rapportages en adviezen;
- 3°
laboratoriumkosten;
- 4°
verwerkings- en verzendkosten;
- 5°
administratiekosten;
- 6°
een bedrag per uur per met de werkzaamheden belaste persoon;
- 7°
overige kosten die verband houden met deze werkzaamheden.