Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/993
Cassatie in het belang der wet. Personen- en familierecht. Procesrecht. Ambtshalve dwangsom bij contact- of omgangsregeling (art. 1:253a en 1:377a BW)?; ‘family life’ (art. 8 EVRM).
HR 13-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1459
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
22/04065
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1459, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:470, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑05‑2023
- Wetingang
Art. 1 Eenvormige Wet bij de Benelux-Overeenkomst houdende eenvormige wet betreffende de dwangsom; art. 611a Rv; art. 1:253a, 1:377a BW; art. 8 EVRM
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Personen- en familierecht. Procesrecht. Ambtshalve dwangsom bij contact- of omgangsregeling (art. 1:253a en 1:377a BW)?; ‘family life’ (art. 8 EVRM).
Samenvatting
Uit de tekst van art. 1 lid 1 Eenvormige Wet bij de Benelux-Overeenkomst houdende eenvormige wet betreffende de dwangsom en art. 611a lid 1 Rv, de wetsgeschiedenis en de rechtspraak van het Benelux-Gerechtshof en de Hoge Raad blijkt dat de dwangsom slechts op vordering of verzoek van de partij kan worden opgelegd en dat de rechter haar niet ambtshalve kan uitspreken. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.