RvdW 2020/575:Beklag (art. 552a Sv jo. 552d Sv), beslag op de banktegoeden van klaagsters ex art. 13a WOTS n.a.v. rechtshulpverzoek van Libische autoriteiten. Klachten i.h.b. over de motivering van het oordeel van de rechtbank dat de inhoud van het rechtshulpverzoek van de Libische autoriteiten niet aan de klaagsters bekend is gemaakt terecht. Niet blijkt dat de rechtbank de maatstaf om geen toepassing te geven aan art. 23 lid 5 Sv ‘of het onderzoek ernstig wordt geschaad’ heeft gehanteerd. Nu rechtbank bij de beoordeling ‘uitsluitend de stukken heeft betrokken waarvan de vertrouwelijkheid niet was gevraagd door de Libische autoriteiten’ hebben klaagsters onvoldoende belang bij cassatie.

RvdW 2020/575

Beklag (art. 552a Sv jo. 552d Sv), beslag op de banktegoeden van klaagsters ex art. 13a WOTS n.a.v. rechtshulpverzoek van Libische autoriteiten. Klachten i.h.b. over de motivering van het oordeel van de rechtbank dat de inhoud van het rechtshulpverzoek van de Libische autoriteiten niet aan de klaagsters bekend is gemaakt terecht. Niet blijkt dat de rechtbank de maatstaf om geen toepassing te geven aan art. 23 lid 5 Sv ‘of het onderzoek ernstig wordt geschaad’ heeft gehanteerd. Nu rechtbank bij de beoordeling ‘uitsluitend de stukken heeft betrokken waarvan de vertrouwelijkheid niet was gevraagd door de Libische autoriteiten’ hebben klaagsters onvoldoende belang bij cassatie.

Documentgegevens:

HR 14-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:659

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 14 april 2020
Magistraten: Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
Zaaknummer: 19/02302
Conclusie: A-G mr. G. Knigge
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2020:659, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:58, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2020

Essentie

Beklag (art. 552a Sv jo. 552d Sv), beslag op de banktegoeden van klaagsters ex art. 13a WOTS n.a.v. rechtshulpverzoek van Libische autoriteiten. Klachten i.h.b. over de motivering van het oordeel van de rechtbank dat de inhoud van het rechtshulpverzoek van de Libische autoriteiten niet aan de klaagsters bekend is gemaakt terecht. Niet blijkt dat de rechtbank de maatstaf om geen toepassing te geven aan art. 23 lid 5 Sv ‘of het onderzoek ernstig wordt geschaad’ heeft gehanteerd. Nu rechtbank bij de beoordeling ‘uitsluitend de stukken heeft betrokken waarvan de vertrouwelijkheid niet was gevraagd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.