RvdW 2020/573:Beklag, beslag ex art. 94 Sv onder klager op een personenauto en geldbedragen t.z.v. verdenking betrokkenheid bij productie synthetische drugs. Oordeel dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen aan de klager omdat inbeslagneming ‘nog steeds noodzakelijk is ter bereiking van het door hem beoogde strafvorderlijk doel, namelijk het veiligstellen van vermogen vooruitlopend op een door de r-c met het oog op de tul van een door de rechter t.z.t. op te leggen ontnemingsmaatregel, te verlenen machtiging a.b.i. artikel 103 Sv.’ Dit oordeel is onjuist, omdat deze omstandigheid niet een belang van strafvordering i.d.z.v. art. 94 Sv betreft.