Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht
Einde inhoudsopgave
Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht (Meijers-reeks) 2017/4.1:4.1 Inleiding
Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht (Meijers-reeks) 2017/4.1
4.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. drs. Y.N. van den Brink, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. drs. Y.N. van den Brink
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Dit hoofdstuk beoogt de wettelijke inbedding van de voorlopige hechtenis van minderjarigen in Nederland inzichtelijk te maken. Hiertoe wordt eerst, door middel van een beknopte uiteenzetting van de grondslagen van het Nederlandse jeugdstrafrecht, de context geschetst waarbinnen de voorlopige hechtenis van minderjarigen haar plaats heeft (par. 4.2). Vervolgens wordt aandacht besteed aan het karakter en de doelstellingen van de voorlopige hechtenis (par. 4.3), waarna de wettelijke regeling uit de doeken wordt gedaan. Op basis van een analyse van wetgeving, wetsgeschiedenis en literatuur wordt inzicht geboden in onder meer de procedure en termijnen van de voorlopige hechtenis, de wettelijke criteria voor het bevelen van voorlopige hechtenis, de tenuitvoerlegging daarvan en de schorsing onder voorwaarden (par. 4.4). Daarna wordt stil gestaan bij de vraag op welke wijze de uitgangspunten van het Nederlandse jeugdstrafrecht doorwerken in de wettelijke regeling van voorlopige hechtenis van minderjarigen (par. 4.5). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een reflectie op de implicaties van de systematiek van het wettelijke kader voor de rechterlijke beslissing over de voorlopige hechtenis van minderjarige verdachten (par. 4.6).