Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.2.70d Informatieverplichtingen voor de aanvraag om subsidievaststelling en tot vijf jaar na subsidievaststelling voor DEI+-projecten binnen thema 2.10 Vergassing van reststromen, opgenomen in bijlage 4.2.9, onderdeel B
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 4.2.70d (oud) vernummerd tot art. 4.2.70f.
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 35473 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/ 39146654)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 35473 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/ 39146654)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onverminderd artikel 4.2.3, derde lid, verstrekt de subsidieontvanger voor een DEI+-project binnen thema 2.10 Vergassing van reststromen, opgenomen in bijlage 4.2.9, onderdeel B, bij de aanvraag voor de subsidievaststelling per kalenderjaar voor de periode vanaf ingebruikname van de productie-installatie tot de aanvraag voor de subsidievaststelling:
- a.
de hoeveelheid, aard, verhouding en energetische waarde van de in de productie-installatie verwerkte grondstoffen en het percentage van de energetische waarde dat afkomstig is van biogene grondstoffen;
- b.
een onderbouwing dat alle in de productie-installatie verwerkte grondstoffen kwalificeren als afval dat niet hoogwaardiger kan worden verwerkt, of als andere producten, materialen of stoffen die niet hoogwaardiger kunnen worden verwerkt;
- c.
een onderbouwing dat de in de productie-installatie verwerkte biogene grondstoffen voldoen aan bijlage IX van de Richtlijn hernieuwbare energie en aan de criteria inzake duurzaamheid en broeikasgasemissiereductie, bedoeld in artikel 29 van de Richtlijn hernieuwbare energie en de uitvoeringshandelingen of gedelegeerde handelingen daarvan;
- d.
een onderbouwing dat ten minste 40% van de energetische waarde van de in de productie-installatie verwerkte grondstoffen afkomstig is uit biogene grondstoffen;
- e.
een conformiteitsbeoordelingsverklaring met betrekking tot de gegevens, bedoeld in de onderdelen a, c en d, afgegeven door een conformiteitsbeoordelingsinstantie die is erkend op grond van artikel 63a, vierde lid, van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie of artikel 2 van het Besluit conformiteitsbeoordeling vaste biomassa voor energietoepassingen, op grond van een door de minister aangewezen verificatieprotocol dat op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is geplaatst;
- f.
een onderbouwing van de toepassing van de productie-installatie waaruit blijkt in welke verhouding die is gebruikt voor de productie van hernieuwbare energiebronnen en voor een circulaire economie.
2.
De subsidieontvanger voor een DEI+-project binnen thema 2.10 Vergassing van reststromen, opgenomen in bijlage 4.2.9, onderdeel B, verstrekt per kalenderjaar gedurende vijf jaar na de subsidievaststelling jaarlijks voor 1 mei aan de minister de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met e.
3.
Artikel 14 van het Besluit conformiteitsbeoordeling vaste biomassa voor energietoepassingen is van toepassing op het verificatieprotocol, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e.