Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Bijlage 4.2.1 Energie & Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling (EKOO)
Geldend
Geldend van 20-04-2024 tot 01-07-2027
- Bronpublicatie:
16-04-2024, Stcrt. 2024, 12503 (uitgifte: 19-04-2024, regelingnummer: WJZ/ 46098517)
- Inwerkingtreding
20-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2024, Stcrt. 2024, 12503 (uitgifte: 19-04-2024, regelingnummer: WJZ/ 46098517)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
behorende bij artikel 4.2.8 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Onderdeel A. TSE Industrie O&O
1. Doelstelling
De doelstelling van dit onderdeel van de subsidiemodule Energie & Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling (EKOO) is om aanvullend op de subsidiemodule Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI), opgenomen in paragraaf 4.2.7 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, te komen tot goedkopere, klimaatneutrale en/of circulaire producten, processen en diensten, die binnen tien jaar na de start van het project tot een eerste toepassing in een van de voor de klimaatdoelstelling significante industriële sectoren in Nederland leiden. Het gaat hierbij om innovatieve ontwikkelingen van met name MKB-ondernemingen die niet of nog niet in een grootschalig consortium kunnen worden opgepakt. De projecten van deze subsidiemodule dragen bij aan de deelprogramma’s van de Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP's) 6, 7 en 81. en het waterstofprogramma2..
Onder het begrip ‘eerste toepassing’ wordt verstaan het demonstreren van de oplossing in een operationele omgeving. Hierbij hoeft het nog niet te gaan om grootschalige uitrol van de innovatie maar om het implementeren van de innovatie binnen een gedeelte van een industrieel proces waarbij ook expliciet rekening wordt gehouden met de inpassing van de innovatie in het energiesysteem. Daarnaast kan het, bij de beoordeling van de bijdrage van het project aan de doelstelling, positief meewegen als innovaties eerder tot een eerste toepassing leiden.
Onder de industrie wordt verstaan het geheel van ondernemingen die materiële goederen produceren, waarbij grondstoffen worden verwerkt en waarbij sprake is van een hoge graad van mechanisering en automatisering, genoemd in de Standaardbedrijfsindeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek, hoofdgroep B, C, D (alleen energiedistributie) of E.
2. Thema’s
1. MMIP 6: Grondstoffen en producten voor circulariteit van koolstof
Dit thema sluit aan op MMIP 6. Dat programma is gericht op innovaties die leiden tot sluiting van industriële grondstof- of materiaalketens van koolstof in de industrie, die bijdragen aan de verduurzaming van de industrie (scope 3-maatregelen) en daarmee op kostenefficiënte wijze tot CO2-emissiereductie leiden.
Onder dit thema vallen technologieën die de koolstofketen sluiten en het gebruik van virgin fossiele grondstoffen vermijden, door hergebruiken van koolstof uit afvalstromen, gebruik van hernieuwbare grondstof, of het afvangen en gebruiken van CO2uit restgassen of de atmosfeer. Dit thema betreft de volgende deelprogramma's van MMIP 6:
- 1.
circulariteit van kunststoffen;
- 2.
biogrondstoffen voor producten;
- 3.
carbon capture and Utilisation (CCU).
2. MMIP 7: CO2-vrije industriële energiehuishouding
Dit thema sluit aan op MMIP 7 en het waterstofprogramma. MMIP 7 is gericht op technische innovaties met aandacht voor economische, ecologische, sociale en institutionele veranderingsvraagstukken ofwel op de korte en middellange termijn ofwel op de langere termijn. Op de korte en middellange termijn betreft dit met name de verduurzaming van het industriële warmtesysteem tot 300 °C. Op de langere termijn betreft dit met name de verduurzaming van hogetemperatuur warmte, levering van flexibiliteit in het gebruik van duurzame elektriciteit, nieuwe CO2-vrije productieroutes en de productie van duurzame waterstof tegen een concurrerende prijs.
Dit thema betreft de volgende deelprogramma’s van MMIP 7:
- 1.
‘reduce’: vermindering van energieverbruik door efficiëntere processen. Hieronder vallen in elk geval efficiënte procestechnologie en digitale productie- en ketenondersteuning;
- 2.
‘re-use’: hergebruik van energie (met name warmte) binnen en buiten de fabriek. Hieronder vallen in elk geval technologieën en systemen voor warmteopwaardering, -opslag, en -hergebruik;
- 3.
‘replace’: vervanging van fossiele energiedragers door met name elektriciteit. Hieronder vallen in elk geval elektrisch gedreven processen en ondersteunende technieken, en het toepasbaar maken van klimaatneutrale brandstoffen waar elektriciteit geen (volledige) oplossing biedt;
- 4.
‘produce’: productie van groene waterstof via elektrolyse van water.
3. MMIP 8: Keten- en systeemaspecten
Dit thema sluit aan op MMIP 8. Dat programma is gericht op CO2-emissiereductie en circulariteit van koolstof door innovaties op het gebied van nieuwe ketens en systeemaspecten van grondstoffen en energie.
Dit thema betreft het onderwerp digitalisatie voor nieuwe industrie van deelprogramma 4 uit MMIP 8. Dit omvat innovaties die met producten en diensten de keten- en systeemverandering naar circulaire koolstof en elektrificatie ondersteunen, zoals digitale innovaties en technieken die traceerbaarheid van grondstoffen en monitoring mogelijk maken.
Onderdeel B. Circulaire economie
1. Doelstelling
De doelstelling van dit onderdeel van de subsidiemodule Energie & Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling (EKOO) is de ondersteuning van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten om te komen tot innovatieve en circulaire producten, processen en diensten die binnen tien jaar na de start van het project tot een eerste toepassing in Nederland leiden en die niet of nog niet door een grootschalig consortium kunnen worden opgepakt.
Onder het begrip ‘eerste toepassing’ wordt verstaan het demonstreren van de oplossing in een operationele omgeving. Hierbij hoeft het nog niet te gaan om grootschalige uitrol van de innovatie. Daarnaast kan het, bij de beoordeling van de bijdrage van het project aan de doelstelling, positief meewegen als innovaties eerder tot een eerste toepassing leiden.
Binnen dit onderdeel gaat het om projecten met betrekking tot circulaire producten, processen of diensten die bij een eerste toepassing leiden tot:
- 1.
verhoging van de grondstoffenefficiëntie, zodat er minder grondstoffen nodig zijn om dezelfde hoeveelheid producten te produceren. Dit kan door:
- a.
per product minder grondstoffen te gebruiken, met behoud van functionaliteit;
- b.
de levensduur van producten te verlengen door ze herbruikbaar, onderhoudbaar of repareerbaar te maken of door nieuwe methoden voor hergebruik, onderhoud of reparatie te ontwikkelen;
- c.
ontwikkeling van diensten ter vervanging van de verkoop van producten, zoals een huur- of deelconcept;
- 2.
vermindering van de ecologische voetafdruk, blijkend uit de verbetering van de biodiversiteit of vermindering van vervuiling van de natuur;
- 3.
vermindering van de CO2-uitstoot of andere broeikasgasemissies in Nederland als gevolg van het gebruik van minder of andere grondstoffen; of
- 4.
verbetering van de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen1. door terugwinning en hergebruik mogelijk te maken of een niet-kritiek substituut in te zetten.
2. Subsidiabele projecten
Projecten binnen dit onderdeel zijn gericht op een toepassing binnen één of meer van de productgroepen in onderstaande tabel.
Transitieagenda1. | Productgroepen |
---|---|
Maakindustrie (inclusief productgroepen in het kader van de Nationale Grondstoffenstrategie)2. | Kapitaalgoederen (zoals (hijs-, hef- en transport) werktuigen; machinebouw; medische apparaten en productie-apparatuur); elektromotoren, generatoren en transformatoren; computers en randapparatuur; communicatie en meetapparatuur) |
Elektrolysers | |
Batterijen voor licht elektrisch vervoer (zoals fietsen, scooters, steps, rolstoelen) | |
Consumptiegoederen | Elektrische en elektronische apparaten |
Meubels | |
Textiel | |
Verpakkingen en wegwerpproducten |
De volgende typen projecten komen in aanmerking voor subsidie:
- 1.
technologisch onderzoek en ontwikkeling gericht op het ontwikkelen van een nieuw of aanmerkelijk verbeterd product, proces of dienst ten opzichte van bestaande circulaire producten, processen of diensten;
- 2.
onderzoek naar consumentengedrag, bedrijfs- of verdienmodellen, of een combinatie hiervan, voor zover dit onderzoek gericht is op de daadwerkelijke ontwikkeling van een nieuw of aanmerkelijk verbeterd product, proces of dienst (het onderzoek is een voorbereiding op deze ontwikkeling). Het nieuw te ontwikkelen of aanmerkelijk te verbeteren product, proces of dienst moet voldoende concreet beschreven kunnen worden, zodat duidelijk is wat de innovatie is en kan worden getoetst of dit voldoende vernieuwend is om te kwalificeren als industrieel onderzoek. De ontwikkelaar van het product, proces of de dienst is als deelnemer in het project betrokken. Daarbij wordt aangegeven hoe de resultaten door deze ontwikkelaar gebruikt gaan worden bij de ontwikkeling of verdere ontwikkeling van het product, proces of de dienst. In het onderzoek staat de input op de ontwikkeling of verdere ontwikkeling centraal, niet het op de markt brengen of het daarvoor gereed maken van het product, proces of de dienst;
- 3.
een combinatie van 1 en 2.
Buiten de reikwijdte van dit onderdeel vallen:
- •
projecten gericht op de toepassing van biobased grondstoffen ter vervanging van een of meerdere grondstoffen in producten uit de genoemde productgroepen, omdat via andere instrumenten hier reeds ondersteuning voor is;
- •
projecten die hoofdzakelijk gericht zijn op recycling of terugwinning (tenzij het terugwinning van kritieke grondstoffen betreft), blijkend uit de verdeling van de kosten, omdat via andere instrumenten hier reeds voldoende ondersteuning voor is.
Onderdeel C. TSE Elektriciteit
1
1. Doelstelling
De doelstelling van dit onderdeel van de subsidiemodule Energie & Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling (EKOO) is om onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten op de hierna genoemde thema’s te stimuleren die binnen tien jaar na de start van het project tot een eerste toepassing leiden en die bijdragen aan een betaalbare, betrouwbare, duurzame en veilige energievoorziening. Dit onderdeel van de EKOO is aanvullend op de subsidiemodule Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI), opgenomen in paragraaf 4.2.7, en is met name gericht op zeer innovatieve ontwikkelingen die niet of nog niet in een grootschalig consortium kunnen worden opgepakt, en die mogelijk radicale verandering bewerkstelligen of kunnen bewerkstelligen door bijvoorbeeld serieuze prestatieverbeteringen te realiseren of radicaal nieuwe concepten te introduceren. De projecten van deze subsidiemodule dragen bij aan de deelprogramma’s van de Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP’s) 1 en 2.1.
Onder het begrip ‘eerste toepassing’ wordt verstaan het demonstreren van de oplossing in een operationele omgeving door middel van implementatie binnen een gedeelte van een zonne- of windstroomsysteem. Dit hoeft nog geen grootschalige uitrol van de innovatie te zijn.
2. Thema’s
2.1. MMIP1: Hernieuwbare energie op zee
Dit thema sluit aan bij MMIP1. Dit programma is gericht op innovaties die leiden tot concrete oplossingen die de opschaling van hernieuwbare energieproductie op zee mogelijk maken. Onder dit thema vallen projecten die passen binnen de volgende deelprogramma’s van MMIP1:
1. Kostenverlaging en waarde-optimalisatie
Dit deelprogramma betreft innovatieprojecten die:
- •
efficiënter en beter te plannen onderhoud en inspectie mogelijk maken met minder of geen inzet van mensen op locatie met behulp van sterk vernieuwende technologieën die de kans op falen of defecten aanzienlijk verkleinen waardoor de beschikbaarheid van het energiepark wordt vergroot. De innovatieve oplossingen moeten veilig en robuust zijn, zowel voor het personeel als qua cybersecurity en fysieke beveiliging van installaties tegen externe dreigingen. Dit betreft subthema Storingsvrije Exploitatie en Arbeidsbesparend Onderhoud van MMIP1; of
- •
transport, installatie en decommissioning van ondersteuningsconstructies en elektrische infrastructuur binnen de energieparken efficiënter en sneller maken. Dit betreft subthema Balance of Plant Optimalisatie van MMIP1.
2. Geïntegreerde offshore energiesystemen
Dit deelprogramma betreft innovatieprojecten die:
- •
de integratie van hernieuwbare energie op zee in het landelijke energiesysteem en de balans tussen vraag en aanbod van energie bevorderen door middel van flexibiliteitsoplossingen zoals elektriciteitsopslag en conversie van elektriciteit naar andere energiedragers, zoals met name waterstof. Dit betreft subthema Flexibility Solutions van MMIP1; of
- •
systemen ontwikkelen die zorgen voor een efficiënte koppeling tussen hernieuwbare energieproductie uit wind op zee, zon op zee of op land, waterstofproductie en de transportinfrastructuur die daarvoor nodig is binnen de energieparken en naar land. Dit betreft de subthema’s Offshore Energy Infrastructures en Flexibiliteitsoplossingen van MMIP1.
3. Ruimtelijke, milieu- en maatschappelijke integratie
Dit deelprogramma betreft innovatieprojecten die:
- •
leiden tot een versterking van de natuur in en rondom energieparken door mitigerende en compenserende maatregelen. Dit betreft subthema Netto positieve bijdrage aan ecologie; of
- •
ten doel hebben allerlei vormen van circulariteit, zoals recyclen en hergebruik, in offshore energieparken te bevorderen of een substantiële beperking mogelijk te maken van het gebruik van schaarse materialen (zoals zeldzame aardmetalen) en materialen waarbij risico’s op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen en geopolitiek worden gelopen. Dit betreft subthema Circulariteit en Grondstoffen van MMIP1.
2.2. MMIP2: Hernieuwbare elektriciteitsopwekking op land en in de gebouwde omgeving
Dit thema sluit aan bij MMIP2. Dit programma is gericht op het versnellen van innovaties voor hernieuwbare elektriciteitsopwekking voor op land en in de gebouwde omgeving. Onder dit thema vallen projecten die passen binnen de volgende deelprogramma’s van MMIP2:
1. Technologieontwikkeling zonnestroom
Dit deelprogramma betreft innovatieprojecten die zijn gericht op:
- •
het ontwikkelen van innovaties en productietechnologie voor de productie van licht absorberende zonnecellen en contactlagen van zonnecellen, inclusief de productie van polysilicium en wafers; of
- •
het ontwikkelen van nieuwe systeemcomponenten voor het verbeteren van de elektrische en brandveiligheid van het zonnestroomsysteem, zoals brandwerende coatings en vroegtijdige anomaliedetectie vanuit de elektrische monitoring, zoals overgangsweerstanden en lekstromen, en temperatuursensoren.
2. Toepassingsontwikkeling zonnestroom
Dit deelprogramma betreft innovatieprojecten die zijn gericht op het ontwikkelen van innovaties die bijdragen aan het technisch, economisch en maatschappelijk mogelijk maken van zonnestroomsystemen in de gebouwde omgeving, op land en (groot)binnenwater, zoals:
- •
het ontwikkelen van nieuwe oplossingen voor de bevestiging van het zonnestroomsysteem aan gebouwen en het daarbij omgaan met constructieve beperkingen zoals de beperkte draagkracht van daken; of
- •
het verhogen van de levensduur, betrouwbaarheid en robuustheid van drijvende zonnestroomsystemen op grote binnenwateren; of
- •
het ontwikkelen van Agri-PV systeemconcepten die het mogelijk maken het opwekken van zonnestroom en het bedrijven van landbouw te combineren op hetzelfde oppervlak.
3. Inpassing van hernieuwbare elektriciteit in het energiesysteem
Dit deelprogramma betreft innovatieprojecten die zijn gericht op het ontwikkelen van innovaties die de netcapaciteit efficiënter benutten door nieuwe vormen van energieconversie en -opslag, een lokale optimalisatie in vraag en aanbod, zoals:
- •
het ontwikkelen van nieuwe oplossingen voor de integratie van hernieuwbare elektriciteit in het energiesysteem en het ontwikkelen van lokale flexibiliteitsoplossingen. Daarbij wordt bijvoorbeeld gedoeld op innovaties die de aanstuurbaarheid van zonnestroomsystemen goedkoper maken en het voor eigenaren van zonnestroomsystemen eenvoudiger maakt om te participeren op elektriciteitsmarkten en congestiemanagement; of
- •
het verbeteren in aanleg en uitbreiding van netinfrastructuur die netbeheerders faciliteren om de uitbreiding van het elektriciteitsnet sneller en goedkoper uit te voeren.
4. Circulariteit van hernieuwbare opweksystemen
Dit deelprogramma betreft innovatieprojecten die zijn gericht op:
- •
het verlengen van de levensduur van bestaande opweksystemen, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van oplossingen voor preventief en niet preventief onderhoud, omvormers en het ontwikkelen van kwaliteitscontroles voor oudere systemen; of
- •
het verbeteren van de recyclingmogelijkheden van bestaande zonnepanelen en windmolens.
Voetnoten
https://topsectorenergie.nl/nl/maak-kennis-met-tse/missies/missie-industrie/ .
https://topsectorenergie.nl/nl/maak-kennis-met-tse/tki-nieuw-gas/waterstof/ .
Kritieke grondstoffen zijn grondstoffen die van cruciaal economisch belang zijn, maar niet op betrouwbare wijze binnen de EU kunnen worden gewonnen en dus grotendeels moeten worden ingevoerd. Voor deze subsidiemodule betreft het de kritieke grondstoffen die zijn opgenomen in de meest recent gepubliceerde lijst van kritieke grondstoffen door de Europese Commissie.
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/beleidsnotas/2023/02/03/nationaal-programma-circulaire-economie-2023-2030
Kamerstukken II 2022/23, 32 852, nr. 224 (Nationale Grondstoffenstrategie) en Kamerstukken II 2023/24, 32 852, nr. 291 (Voortgang Nationale Grondstoffenstrategie).
https://topsectorenergie.nl/nl/maak-kennis-met-tse/missies/missie-industrie/ .