Einde inhoudsopgave
Verdrag ter bestrijding van terroristische bomaanslagen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2001
- Redactionele toelichting
De titel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2002, 62).
- Bronpublicatie:
15-12-1997, Trb. 1999, 161 (uitgifte: 01-10-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-05-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2001, Trb. 2002, 62 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Algemeen
Verdrag van 15 december 1997
De Staten die Partij zijn bij dit Verdrag,
Indachtig de doelstellingen en beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties betreffende de handhaving van de internationale vrede en veiligheid en de bevordering van goed nabuurschap, vriendschappelijke betrekkingen en samenwerking tussen Staten;
Ernstig bezorgd over de toename over de gehele wereld van daden van terrorisme, in al zijn gedaantes en verschijningsvormen;
In herinnering brengend de Verklaring van 24 oktober 1995 ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Verenigde Naties;
Tevens in herinnering brengend de Verklaring inzake maatregelen tot uitbanning van internationaal terrorisme, bijlage bij resolutie 49/60 van de Algemene Vergadering van 9 december 1994 waarin, onder andere: ‘de lidstaten van de Verenigde Naties opnieuw plechtig hun ondubbelzinnige veroordeling bevestigen van alle terroristische daden, methoden en praktijken als misdadig en ongerechtvaardigd, ongeacht waar en door wie zij zijn begaan, met inbegrip van daden die de vriendschappelijke betrekkingen tussen Staten en volkeren schaden en de territoriale integriteit en veiligheid van Staten bedreigen’;
Vaststellend dat de Verklaring Staten tevens aanmoedigt ‘het toepassingsgebied van de bestaande internationale wettelijke bepalingen inzake de preventie, bestrijding en uitbanning van terrorisme in al zijn gedaantes en verschijningsvormen spoedig te herzien teneinde een volledig wettelijk kader te scheppen dat alle aspecten van terrorisme omvat’;
Voorts in herinnering brengend resolutie 51/210 van de Algemene Vergadering van 17 december 1996 en de Aanvullende Verklaring bij de Verklaring van 1994 inzake maatregelen tot uitbanning van internationaal terrorisme;
Tevens vaststellend dat terroristische aanslagen door middel van springstoffen of andere dodelijke instrumenten steeds vaker voorkomen;
Voorts vaststellend dat de bestaande multilaterale juridische instrumenten deze aanslagen onvoldoende aanpakken;
Overtuigd van de dringende noodzaak tot verbetering van de internationale samenwerking tussen Staten bij het opstellen en het nemen van doeltreffende en praktische maatregelen ter voorkoming van deze daden van terrorisme, alsmede ter vervolging en bestraffing van de daders;
Overwegende dat dergelijke gedragingen de gehele internationale gemeenschap ernstig verontrusten;
Vaststellend dat de activiteiten van strijdkrachten van Staten onderworpen zijn aan regels van internationaal recht die buiten het kader van dit Verdrag vallen en dat het feit dat bepaalde handelingen van het toepassingsgebied van dit Verdrag worden uitgesloten, niet betekent dat anderszins onwettige handelingen worden gebillijkt of gewettigd of dat vervolging op grond van ander recht wordt uitgesloten;
Zijn het volgende overeengekomen:
Verdragpartijgroep