Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/13.4.2
13.4.2 Beslissing op verzoek na summier onderzoek zonder horen wederpartij
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS375942:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Art. 705 lid 2 Rv.
Art. 701 lid 2 Rv.
Zie bijv. EHRM 16 december 1992, NJ 1993, 400(Niemitz/Duitsland) over huiszoeking op kantoor advocaat; EHRM 16 april 2002, NJ 2003, 452, r.o. 41 (Sté Cola Est c.s./Frankrijk) over huiszoeking bij bedrijf; EHRM 6 september 2005, EHRC 2005, 107(Leveau en Fillon/Frankrijk) over doorzoeking varkensstallen (art. 8 EVRM niet aan de orde); vgl. J. vande Lanotte en Y. Haeck (red), Handboek EVRM 2-1, Antwerpen-Oxford: Intersentia 2005, p. 726 e.v.
EHRM 25 februari 1993, NJ 1993, 485, r.o. 57(Funke/Frankrijk): 'At the material time „.the customs authorities had very wide powers; in particular they had exclusive competence to asses the expediency, number, length and scale ofinspections. Above all the absence ofany requirement of a judicial warrant the restrictions and contidions provided for in law, ... appear too lax and full of loopholes for the interferences with the applicant's rights tohave been strictly proportionate to the legitimate aim pursued.'EHRM 16 december 1997, NJ 1999, 62, r.o. 45(Camenzind/ Zwitserland) 'notwithstanding the margin of appreciation which the Court recognizes the Contract-ing States have in this regard, it must be paricularly vigilant where, as in the present case, the authorities are empowered under national law to order and effect searches without a judicial warrant'.
Op het verlof tot beslaglegging beslist de voorzieningenrechter na summier onderzoek: degene ten laste van wie beslag gelegd wordt, behoeft niet gehoord te worden.1 Dat betekent dat de rechter bij de beoordeling van het verzoek niet bekend behoeft te zijn met mogelijk tegen het leggen van het beslag te voeren verweren, zoals het verweer dat niet is voldaan aan één of meer van de vereisten van art. 843a Rv óf dat sprake is van één of meer van de in dit artikel genoemde gronden die aan verstrekking van de bescheiden in de weg staan. De voorzieningenrechter kan verlangen dat de beslaglegger zekerheid stelt voor eventueel verschuldigde schadevergoeding.2
Dat de voorzieningenrechter het verzoek toetst, is van belang in verband met de mogelijke toetsing van beslaglegging aan art. 8 EVRM. Beslaglegging zal immers doorgaans gepaard gaan met binnentreden van een woning of bedrijfsruimte en zal derhalve doorgaans leiden tot schending van het recht op privacy uit art. 8 EVRM, ook indien een bedrijfsruimte wordt binnengetreden.3 Bij de toetsing of die schending geoorloofd is, is van belang of er "adequate and effective safe-guards against abuse" zijn en is het hof minder strikt, wanneer de beslaglegger niet eigenmachtig tot beslaglegging mag overgaan, maar daartoe voorafgaand rechterlijk verlof behoeft.4