Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/352
Personen- en familierecht. Beschermingsbewind. Procesbevoegdheid rechthebbende en beperkingen daarvan (art. 1:438 leden 1 en 2 BW); vertegenwoordiging door bewindvoerder (art. 1:441 BW); belanghebbende in zin art. 798 Rv.
HR 17-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:429
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 maart 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, F.R. Salomons
- Zaaknummer
22/01563
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:429, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1045, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2022
- Wetingang
Art. 798 Rv; art. 1:438, 1:441 BW
Essentie
Personen- en familierecht. Beschermingsbewind. Procesbevoegdheid rechthebbende en beperkingen daarvan (art. 1:438 leden 1 en 2 BW); vertegenwoordiging door bewindvoerder (art. 1:441 BW); belanghebbende in zin art. 798 Rv.
Samenvatting
Het bewind tast niet de bevoegdheid van de rechthebbende aan om zelfstandig in rechte op te treden en dus evenmin zijn bevoegdheid om zelfstandig rechtsmiddelen aan te wenden, tenzij uit het bewind een beperking op die procesbevoegdheden voortvloeit. Een dergelijke beperking kan voortvloeien uit art. 1:438 leden 1 en 2 BW. Verzoekt de bewindvoerder op de voet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.