Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake biologische diversiteit
Artikel 14 Effectrapportage en beperking van de nadelige gevolgen
Geldend
Geldend vanaf 29-12-1993
- Bronpublicatie:
05-06-1992, Trb. 1993, 54 (uitgifte: 01-04-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-12-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1994, Trb. 1994, 169 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke Verdragsluitende Partij dient, voor zover mogelijk en passend:
- a.
passende procedures in te voeren die een milieu-effectrapportage voorschrijven betreffende haar voorgenomen projecten die aanmerkelijke nadelige gevolgen zouden kunnen hebben voor de biologische diversiteit, teneinde deze gevolgen te vermijden of tot een minimum te beperken en die, indien passend, het mogelijk maken het publiek aan die procedures te laten deelnemen;
- b.
passende regelingen te treffen om te verzekeren dat naar behoren rekening wordt gehouden met de milieu-effecten van haar programma's en beleidslijnen die nadelige gevolgen zouden kunnen hebben voor de biologische diversiteit;
- c.
op basis van wederkerigheid kennisgeving, informatie-uitwisseling en overleg te bevorderen aangaande activiteiten onder haar rechtsmacht of toezicht die aanmerkelijke nadelige gevolgen zouden kunnen hebben voor de biologische diversiteit van andere Staten of van gebieden die onder geen enkele nationale rechtsmacht vallen, door het sluiten van bilaterale, regionale of multilaterale regelingen, waar passend, te stimuleren;
- d.
in geval van dreigend of ernstig gevaar of dreigende of ernstige schade, ontstaan onder haar rechtsmacht of toezicht, voor c.q. aan de biologische diversiteit in een gebied onder de rechtsmacht van andere Staten of in gebieden die onder geen enkele nationale rechtsmacht vallen, onmiddellijk de mogelijk getroffen Staten van dat gevaar of die schade in kennis te stellen, alsmede actie te ondernemen om dat gevaar of die schade te voorkomen of tot een minimum te beperken; en
- e.
nationale regelingen te bevorderen voor het treffen van noodmaatregelen in geval van activiteiten of voorvallen, ongeacht of deze een natuurlijke of andere oorzaak hebben, die een ernstig of dreigend gevaar vormen voor de biologische diversiteit, en de internationale samenwerking in aansluiting op die nationale inspanningen te stimuleren, en, waar passend en voor zover overeengekomen door de betrokken Staten of regionale organisaties voor economische integratie, gezamenlijke rampenplannen op te stellen.
2.
De Conferentie van de Partijen bestudeert, op basis van te verrichten studies, het vraagstuk van aansprakelijkheid en schadeloosstelling, met inbegrip van herstel en vergoeding, voor schade aan de biologische diversiteit, behalve indien die aansprakelijkheid een zuiver interne aangelegenheid is.