Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen
Artikel 15 Voorschriften voor eindmarkeringsboeien
Geldend
Geldend vanaf 07-05-2011
- Bronpublicatie:
08-04-2011, PbEU 2011, L 112 (uitgifte: 30-04-2011, regelingnummer: 404/2011)
- Inwerkingtreding
07-05-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2011, PbEU 2011, L 112 (uitgifte: 30-04-2011, regelingnummer: 404/2011)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
De eindmarkeringsboeien worden op een zodanige manier geplaatst dat te allen tijde kan worden vastgesteld waar de uiteinden van het vistuig zich bevinden.
2.
De mast van elke eindmarkeringsboei steekt ten minste 1 m boven het zeeniveau uit, gemeten vanaf de bovenkant van de drijver tot de onderkant van de onderste vlag.
3.
De eindmarkeringsboeien zijn gekleurd, maar niet rood of groen.
4.
Elke eindmarkeringsboei moet voorzien zijn van:
- a)
één of twee rechthoekige vlaggen; wanneer op één boei twee vlaggen moeten zijn bevestigd, moeten deze op ten minste 20 cm van elkaar staan; vlaggen op boeien waarmee de uiteinden van één vistuig worden aangegeven, moeten dezelfde kleur (die niet wit mag zijn) en dezelfde afmetingen hebben;
- b)
één of twee gele lichten die elke vijf seconden oplichten (F1 Y 5s) en zichtbaar zijn vanaf twee zeemijl.
5.
Elke eindmarkeringsboei mag voorzien zijn van een topteken met één of twee gestreepte lichtgevende banden die noch rood, noch groen mogen zijn en ten minste 6 cm breed moeten zijn.