Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/760 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 09-04-2023
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 10-01-2024.
- Bronpublicatie:
15-03-2023, PbEU 2023, L 80 (uitgifte: 20-03-2023, regelingnummer: 2023/606)
- Inwerkingtreding
09-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2023, PbEU 2023, L 80 (uitgifte: 20-03-2023, regelingnummer: 2023/606)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
‘kapitaal’: totaal van de kapitaalinbrengen en ongestort toegezegd kapitaal, berekend op basis van belegbare bedragen na aftrek van alle vergoedingen, lasten en kosten die direct of indirect door de beleggers worden gedragen;
- 2.
‘professionele belegger’: een belegger die als een professionele cliënt wordt aangemerkt of die op verzoek kan worden behandeld als een professionele cliënt overeenkomstig deel I van bijlage II bij Richtlijn 2014/65/EU;
- 3.
‘niet-professionele belegger’: een belegger die geen professionele belegger is;
- 4.
‘aandeel’: eigendomsbelang in een kwalificerende portefeuillemaatschappij dat wordt vertegenwoordigd door een aandeel of andere vormen van deelneming in het kapitaal van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij dat aan de beleggers erin wordt uitgegeven;
- 5.
‘quasiaandeel’: elk soort financieringsinstrument waarvan het rendement gekoppeld is aan de winsten of verliezen van de kwalificerende portefeuillemaatschappij en waarbij de terugbetaling van het instrument in geval van niet-nakoming niet volledig gewaarborgd is;
- 6.
‘reële activa’: activa die op grond van hun inhoud en eigenschappen een intrinsieke waarde hebben;
- 7.
‘financiële onderneming’: een van de volgende ondernemingen:
- a)
een kredietinstelling als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1), van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1);
- b)
een beleggingsonderneming als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1), van Richtlijn 2014/65/EU;
- c)
een verzekeringsonderneming als gedefinieerd in artikel 13, punt 1), van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (2);
- c bis)
een herverzekeringsonderneming als gedefinieerd in artikel 13, punt 4, van Richtlijn 2009/138/EG;
- d)
een financiële holding als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 20), van Verordening (EU) nr. 575/2013;
- e)
een gemengde holding als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 22), van Verordening (EU) nr. 575/2013;
- f)
een beheermaatschappij als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2009/65/EG;
- g)
een abi-beheerder als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU;
- 8.
‘EU-abi’: een EU-abi zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder k), van Richtlijn 2011/61/EU;
- 9.
‘EU-abi-beheerder’: een EU-abi-beheerder zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder l), van Richtlijn 2011/61/EU;
- 10.
‘bevoegde autoriteit van de Eltif’: de bevoegde autoriteit van de EU-abi in de zin van artikel 4, lid 1, onder h), van Richtlijn 2011/61/EU;
- 11.
‘lidstaat van herkomst van de Eltif’: de lidstaat waar de Eltif een vergunning heeft;
- 12.
‘beheerder van de Eltif’: de goedgekeurde EU-abi-beheerder die over een vergunning beschikt om een Eltif te beheren of een intern beheerde Eltif indien de rechtsvorm van de Eltif intern beheer toestaat en er geen externe abi-beheerder is aangewezen;
- 13.
‘bevoegde autoriteiten van de beheerder van de Eltif’: de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de EU-abi-beheerder in de zin van artikel 4, lid 1, onder q), van Richtlijn 2011/61/EU;
- 14.
‘verstrekken van effectenleningen’ en ‘opnemen van effectenleningen’: een transactie waarbij een tegenpartij effecten overdraagt onder de verbintenis dat de leningnemer op een tijdstip in de toekomst of wanneer de overdragende instantie daarom verzoekt, gelijkwaardige effecten teruglevert, waarbij die transactie wordt aangemerkt als het ‘verstrekken van effectenleningen’ voor de tegenpartij die de effecten overdraagt, en als het ‘opnemen van effectenleningen’ voor de tegenpartij waaraan de effecten worden overgedragen;
- 14 bis.
‘eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie’: een securitisatie die voldoet aan de voorwaarden van artikel 18 van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad (3);
- 14 ter.
‘groep’: een groep als gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad (4);
- 15.
‘retrocessietransactie’: een retrocessietransactie als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 83), van Verordening (EU) nr. 575/2013;
- 16.
‘financieel instrument’: een financieel instrument als genoemd in deel C van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU;
- 17.
‘shorttransactie’: een transactie als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad (5);
- 18.
‘gereglementeerde markt’: een gereglementeerde markt als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 21), van Richtlijn 2014/65/EU;
- 19.
‘multilaterale handelsfaciliteit’: een multilaterale handelsfaciliteit als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 22), van Richtlijn 2014/65/EU;
- 20.
‘feeder-Eltif’: een Eltif, of een beleggingscompartiment daarvan, die ten minste 85 % van haar activa mag beleggen in rechten van deelneming of aandelen van een andere Eltif of van een beleggingscompartiment van een Eltif;
- 21.
‘master-Eltif’: een Eltif, of een beleggingscompartiment daarvan, waarin een andere Eltif ten minste 85 % van haar activa belegt in rechten van deelneming of aandelen.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).
Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).
Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (PB L 86 van 24.3.2012, blz. 1).