Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 13 Definities
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2017
- Bronpublicatie:
14-12-2016, PbEU 2016, L 354 (uitgifte: 23-12-2016, regelingnummer: 2016/2341)
- Inwerkingtreding
12-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2016, PbEU 2016, L 354 (uitgifte: 23-12-2016, regelingnummer: 2016/2341)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- 1.
verzekeringsonderneming: een directe schade- of levensverzekeringsonderneming waaraan overeenkomstig artikel 14 vergunning is verleend;
- 2.
verzekeringscaptive: een verzekeringsonderneming die hetzij eigendom is van een financiële onderneming die noch een verzekerings- of herverzekeringsonderneming, noch een groep van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen in de zin van artikel 212, lid 1, punt c), is, hetzij eigendom is van een niet-financiële onderneming, en die tot doel heeft uitsluitend voor de risico's van de onderneming of de ondernemingen waartoe zij behoort of voor een onderneming of ondernemingen van de groep waarvan zij lid is, verzekeringsdekking te bieden;
- 3.
verzekeringsonderneming van een derde land: een onderneming die overeenkomstig artikel 14 over een vergunning als verzekeringsonderneming zou moeten beschikken indien haar hoofdkantoor in de Gemeenschap lag;
- 4.
herverzekeringsonderneming: een onderneming waaraan overeenkomstig artikel 14 vergunning is verleend om herverzekeringsactiviteiten te verrichten;
- 5.
herverzekeringscaptive: een herverzekeringsonderneming die hetzij eigendom is van een financiële onderneming die noch een verzekerings- of erverzekeringsonderneming[lees: herverzekeringsonderneming], noch een groep van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen in de zin van artikel 212, lid 1, punt c), is, hetzij eigendom is van een niet-financiële onderneming, en die tot doel heeft uitsluitend voor de risico's van de onderneming of de ondernemingen waartoe zij behoort of voor een onderneming of ondernemingen van de groep waarvan zij lid is, herverzekeringsdekking te bieden;
- 6.
herverzekeringsonderneming van een derde land: een onderneming die overeenkomstig artikel 14 over een vergunning als herverzekeringsonderneming zou moeten beschikken indien haar hoofdkantoor in de Gemeenschap lag;
- 7.
herverzekering: een van de volgende activiteiten:
- a)
de activiteit waarbij risico's worden aanvaard die door een verzekeringsonderneming, een verzekeringsonderneming van een derde land, een andere herverzekeringsonderneming of een herverzekeringsonderneming van een derde land worden overgedragen;
- b)
in het geval van de assuradeursvereniging die bekend staat als ‘association of underwriters known as Lloyd's’: een activiteit waarbij een andere verzekerings- of herverzekeringsonderneming dan de ‘association of underwriters, known as Lloyd's’ de risico's overneemt die door een lid van Lloyd's worden overgedragen, of
- c)
de verschaffing van dekking door een herverzekeringsonderneming aan een instelling die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad (1) valt;
- 8.
lidstaat van herkomst: een van de volgende lidstaten:
- a)
bij schadeverzekeringen: de lidstaat waar het hoofdkantoor is gevestigd van de verzekeringsonderneming die het risico dekt;
- b)
bij levensverzekeringen: de lidstaat waar het hoofdkantoor is gevestigd van de verzekeringsonderneming die de verbintenis aangaat; of
- c)
bij herverzekeringen: de lidstaat waar het hoofdkantoor van de herverzekeringsonderneming is gevestigd;
- 9.
lidstaat van ontvangst: de lidstaat waar een verzekerings- of herverzekeringsonderneming een bijkantoor heeft of diensten verricht en die niet de lidstaat van herkomst is; in het geval van levens- en schadeverzekeringen wordt onder lidstaat van dienstverrichting verstaan de lidstaat van de verbintenis en de lidstaat waar het risico is gelegen; de verbintenis of het risico wordt gedekt door een verzekeringsonderneming of een bijkantoor in een andere lidstaat;
- 10.
toezichthoudende autoriteit: de nationale autoriteit of autoriteiten die krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen toezicht uitoefenen op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen;
- 11.
bijkantoor: een agentschap of bijkantoor van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming die gevestigd is op het grondgebied van een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst;
- 12.
vestiging: hoofdkantoor of bijkantoor van een onderneming;
- 13.
lidstaat van het risico: een van de volgende lidstaten:
- a)
de lidstaat waar de goederen zich bevinden, wanneer de verzekering betrekking heeft hetzij op onroerend goed, hetzij op onroerend goed en op de inhoud daarvan, voor zover deze door dezelfde verzekeringsovereenkomst wordt gedekt;
- b)
de lidstaat van registratie, wanneer de verzekering betrekking heeft op voer- en vaartuigen van om het even welk type;
- c)
de lidstaat waar de verzekeringnemer de overeenkomst heeft gesloten, indien het overeenkomsten betreft met een looptijd van vier maanden of minder die betrekking hebben op tijdens een reis of vakantie gelopen risico's, ongeacht de branche;
- d)
in alle gevallen die niet uitdrukkelijk zijn genoemd onder a), b) of c): de lidstaat waarin zich een van het volgende bevindt:
- i)
de gewone verblijfsplaats van de verzekeringnemer; of
- ii)
indien de verzekeringnemer een rechtspersoon is: de vestiging van die verzekeringnemer waarop de overeenkomst betrekking heeft;
- 14.
lidstaat van de verbintenis: de lidstaat waarin zich een van het volgende bevindt:
- a)
de gewone verblijfplaats van de verzekeringnemer;
- b)
indien de verzekeringnemer een rechtspersoon is: de vestiging van die verzekeringnemer waarop de overeenkomst betrekking heeft;
- 15.
moederonderneming: een moederonderneming in de zin van artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG;
- 16.
dochteronderneming: een dochteronderneming in de zin van artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG, alsmede dochterondernemingen daarvan;
- 17.
nauwe banden: een situatie waarbij twee of meer natuurlijke of rechtspersonen verbonden zijn door zeggenschap of deelneming, of een situatie waarin twee of meer natuurlijke of rechtspersonen via een zeggenschapsband duurzaam verbonden zijn met eenzelfde persoon;
- 18.
zeggenschap: de band die bestaat tussen een moederonderneming en een dochteronderneming, zoals bedoeld in artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG, of een gelijkaardige band tussen een natuurlijke of rechtspersoon en een onderneming;
- 19.
intragroeptransactie: een transactie waarbij een verzekeraar of herverzekeraar direct of indirect steunt op andere ondernemingen in dezelfde groep of op een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die door nauwe banden verbonden is met de ondernemingen binnen die groep, om te voldoen aan een verplichting, al dan niet contractueel en al dan niet inzake betaling;
- 20.
deelneming: eigendom, rechtstreeks of door middel van zeggenschap van ten minste 20 % van de stemrechten of het kapitaal van een onderneming;
- 21.
gekwalificeerde deelneming: het in een onderneming, rechtstreeks of onrechtstreeks, bezitten van ten minste 10 % van het kapitaal of van de stemrechten, dan wel van een percentage dat het mogelijk maakt om invloed van betekenis uit te oefenen op de bedrijfsvoering van deze onderneming;
- 22.
gereglementeerde markt: een van het volgende:
- a)
in het geval van een markt in een lidstaat: een gereglementeerde markt zoals omschreven in artikel 4, lid 1, punt 14), van Richtlijn 2004/39/EG; of
- b)
in het geval van een markt in een derde land: een financiële markt die aan de volgende voorwaarden voldoet:
- i)
deze is erkend door de lidstaat van herkomst van de verzekeringsonderneming en beantwoordt aan vereisten die vergelijkbaar zijn met die van Richtlijn 2004/39/EG; en
- ii)
de financiële instrumenten die op deze markt worden verhandeld, zijn van een kwaliteit die vergelijkbaar is met die van de instrumenten welke op de gereglementeerde markt(en) van de lidstaat van herkomst worden verhandeld;
- 23.
nationaal bureau: een nationaal bureau van verzekeraars, zoals omschreven in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 72/166/EEG;
- 24.
nationaal garantiefonds: het orgaan genoemd in artikel 1, lid 4, van Richtlijn 84/5/EEG;
- 25.
financiële onderneming: een van de volgende ondernemingen:
- a)
kredietinstelling, financiële instelling of onderneming die nevendiensten van het bankbedrijf verricht in de zin van artikel 4, respectievelijk punten 1), 5) en 21), van Richtlijn 2006/48/EG;
- b)
verzekeringsonderneming, herverzekeringsonderneming of verzekeringsholding in de zin van artikel 212, lid 1, onder f);
- c)
beleggingsonderneming of financiële instelling in de zin van artikel 4, lid 1, punt 1), van Richtlijn 2004/39/EG; of
- d)
gemengde financiële holding in de zin van artikel 2, punt 15), van Richtlijn 2002/87/EG;
- 26.
Special Purpose Vehicle: een onderneming, al dan niet met een eigen rechtspersoonlijkheid en anders dan een bestaande verzekeringsonderneming of herverzekeringsonderneming, die risico's van verzekeringsondernemingen of herverzekeringsondernemingen overneemt en die zijn blootstelling aan deze risico's volledig financiert door emissieprocedures of andere financieringsmechanismen waarbij de terugbetalingsrechten van de geldgevers van dit soort emissies of financieringsmechanismen achtergesteld zijn bij de herverzekeringsverplichtingen van de onderneming;
- 27.
‘grote risicos’:
- a)
de risico's die behoren tot de in bijlage I, deel A, 4, 5, 6, 7, 11 en 12, vermelde branches;
- b)
de risico's die behoren tot de in bijlage I, deel A, 14 en 15, vermelde branches wanneer de verzekeringnemer in het kader van een bedrijf of beroep een industriële of commerciële activiteit dan wel een vrij beroep uitoefent en het risico daarop betrekking heeft;
- c)
de risico's die behoren tot de in bijlage I, deel A, 3, 8, 9, 10, 13 en 16, vermelde branches voor zover de verzekeringnemer ten minste twee van de drie volgende criteria overschrijdt:
- i)
balanstotaal: 6 200 000 EUR;
- ii)
netto-omzet in de zin van de Vierde Richtlijn 78/660/EEGvan de Raad van de Raad[lees: van de Raad] van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (2): 12 800 000 EUR;
- iii)
gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar: 250.
Wanneer de verzekeringnemer deel uitmaakt van een groep ondernemingen waarvan de geconsolideerde jaarrekening overeenkomstig Richtlijn 83/349/EEG wordt opgesteld, worden de in de eerste alinea, onder c), vermelde criteria op basis van de geconsolideerde rekening toegepast.
De lidstaten kunnen aan de in de eerste alinea, onder c), genoemde categorie de risico's toevoegen die door beroepsverenigingen, joint ventures of tijdelijke verenigingen worden verzekerd;
- 28.
uitbesteding: een overeenkomst van om het even welke vorm tussen een verzekerings- of herverzekeringsonderneming en een al dan niet onder toezicht staande dienstverlener op grond waarvan deze dienstverlener hetzij rechtstreeks hetzij door middel van onderuitbesteding een proces, een dienst of een activiteit uitvoert die anders door de verzekerings- of herverzekeringsonderneming zelf zou worden uitgevoerd;
- 29.
functie in een governancesysteem: een interne capaciteit om praktische taken uit te voeren; een governancesysteem omvat de Risk managementfunctie, de compliancefunctie, de interneauditfunctie en de actuariële functie zijn governancefuncties;
- 30.
verzekeringstechnisch risico: het risico op verliezen of op een ongunstige verandering in de waarde van verzekeringsverplichtingen door een ondeugdelijke prijsstelling en inadequate aannames met betrekking tot de voorzieningen;
- 31.
marktrisico: het risico op verliezen of op een ongunstige verandering in de financiële situatie als direct of indirect gevolg van schommelingen in het niveau en in de volatiliteit van de marktprijzen van activa, verplichtingen en financiële instrumenten;
- 32.
kredietrisico: het risico op verliezen of op een ongunstige verandering in de financiële situatie als gevolg van schommelingen in de kredietwaardigheid van emittenten van effecten, tegenpartijen en debiteuren waaraan verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in de vorm van een tegenpartijrisico, spreadrisico of marktrisicoconcentraties blootstaan;
- 32 bis.
gekwalificeerde centrale tegenpartij: een centrale tegenpartij die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (3) of over een erkenning overeenkomstig artikel 25 van die verordening;
- 33.
operationeel risico: het risico op verliezen door inadequate of falende interne procedures, personeel of systemen of door externe gebeurtenissen;
- 34.
liquiditeitsrisico: het risico dat verzekerings- en herverzekeringsondernemingen geen beleggingen en andere activa te gelde kunnen maken om aan hun financiële verplichtingen te voldoen wanneer deze opeisbaar zijn;
- 35.
concentratierisico: alle risicoposities waaraan een potentieel verlies verbonden is dat groot genoeg is om de solvabiliteit of de financiële positie van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in gevaar te brengen;
- 36.
risicolimiteringstechnieken: alle technieken waarmee verzekerings- en herverzekeringsondernemingen hun risico's deels of in hun geheel kunnen overdragen aan een andere partij;
- 37.
diversificatie-effecten: de vermindering van de risicopositie van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen en -groepen die verband houdt met de diversificatie van hun activiteiten en die voortvloeit uit het feit dat het tegenvallende resultaat uit hoofde van het ene risico kan worden gecompenseerd met het meevallende resultaat uit hoofde van een ander risico, wanneer er geen volledige correlatie tussen deze risico's bestaat;
- 38.
kansverdelingsverwachting: een wiskundige functie waarbij een volledige reeks van elkaar uitsluitende toekomstige gebeurtenissen wordt gekoppeld aan een kans dat deze zich daadwerkelijk voordoen;
- 39.
risicomaatstaf: een wiskundige functie waarbij een financieel bedrag wordt gekoppeld aan een bepaalde kansverdelingsprognose en die monotoon toeneemt met de omvang van de risicopositie die aan deze kansverdelingsprognose ten grondslag ligt.
- 40.
‘externe kredietbeoordelingsinstelling’ of ‘EKBI’: een ratingbureau dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4) geregistreerd of gecertificeerd is, of een centrale bank die kredietbeoordelingen afgeeft die van de toepassing van die verordening zijn ontheven.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2016/2341 van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV's) (PB L 354 van 23.12.2016, blz. 37).
PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11.
Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 1).