Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/204
Verkrachting door fysiotherapeut en middelen benadeelde partij. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 02-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:159
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 februari 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/05126
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:159, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1132, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑12‑2020
Essentie
Verkrachting door fysiotherapeut en middelen benadeelde partij. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
ARREST op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 12 november 2019, nummer 22-004034-18, in de strafzaak tegen [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989, hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
De verdachte is bij arrest van 12 november 2019 door het gerechtshof Den Haag wegens “verkrachting” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.