Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/188
Onrechtmatige daad. Arbeidsrecht. Procesrecht. Aansprakelijkheid universitair hoofddocent wegens handelen in strijd met subsidieregels. Uitleg CAO in relatie tot art. 7:661 BW. Maatstaf bewuste roekeloosheid. Schriftelijk pleidooi door hof buiten beschouwing gelaten. Door universiteit genoten voordeel ten onrechte niet in de vaststelling van de schadeomvang betrokken? Hoge Raad doet zelf af.
HR 05-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:181
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 februari 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03138
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:181, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:844, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2020
Essentie
Onrechtmatige daad. Arbeidsrecht. Procesrecht. Aansprakelijkheid universitair hoofddocent wegens handelen in strijd met subsidieregels. Uitleg CAO in relatie tot art. 7:661 BW. Maatstaf bewuste roekeloosheid. Schriftelijk pleidooi door hof buiten beschouwing gelaten. Door universiteit genoten voordeel ten onrechte niet in de vaststelling van de schadeomvang betrokken? Hoge Raad doet zelf af.
Partij(en)
ARREST In de zaak van [eiseres], wonende te [woonplaats], EISERES tot cassatie, hierna: de werkneemster, advocaat: H.J.W. Alt, tegen WAGENINGEN UNIVERSITEIT, gevestigd te Wageningen, VERWEERSTER in cassatie, hierna: WU, advocaat: D. Rijpma.