Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/193
Art. 81 lid 1 RO. Insolventierecht. Verzoek schuldeiser tot faillietverklaring van in buitenland woonachtige schuldenaren. Bevoegdheid Nederlandse rechter. Art. 3 Insolventieverordening, art. 2 lid 2 en lid 4 Fw.
HR 05-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:185
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 februari 2021
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
20/01652
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Europees insolventierecht
Insolventierecht / Faillissement
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:185, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2020
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/01652
Datum 5 februari 2021
ARREST
In de zaak van
1. [schuldenaar 1], wonende te [woonplaats], Verenigde Staten van Amerika,
2. [schuldenaar 2], wonende te [woonplaats], Verenigde Staten van Amerika,
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [de schuldenaren],
advocaat: A.H.M. van den Steenhoven,
tegen
ACHMEA BANK N.V., gevestigd te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.