Einde inhoudsopgave
Successiewet 1956
Artikel 12 [Schenkingen vóór overlijden en na overlijden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 532 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36202)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 532 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36202)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
1.
Al wat binnen 180 dagen aan het overlijden voorafgegaan is geschonken door een erflater, die ten tijde van dat overlijden in Nederland woonde, wordt, voor de regeling van de erfbelasting, geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen. Al wat wordt verkregen krachtens een schenking die tot stand is gekomen na het overlijden van de schenker, wordt voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen.
2.
Artikel 7, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
Het in het eerste lid, eerste volzin, bepaalde is niet toepasselijk op schenkingen:
- 1°
als bedoeld in artikel 33, onderdelen 1°, 2°, 3°, 8°, 9°, 11° en 12° en, voor zover het een schenking betreft waarvoor de verhoogde vrijstelling geldt, 5°;
- 2°
waarvan de schenkbelasting is kwijtgescholden op grond van artikel 67.