Einde inhoudsopgave
Successiewet 1956
Artikel 67 [Kwijtschelding]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2011, 639 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken: 33003)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2011, Stb. 2011, 639 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken: 33003)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
1
Door Onze Minister kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend van:
- 1°
de belasting, verschuldigd wegens een schenking aan natuurlijke personen, waarvan overtuigend wordt aangetoond, dat zij slechts heeft gestrekt tot het verschaffen van levensonderhoud van een begiftigde, die verstoken is van eigen middelen van bestaan en die wegens ouderdom, invaliditeit of om andere redenen buiten staat is zich die middelen door arbeid te verschaffen;
- 2°
de belasting, verschuldigd wegens een schenking aan natuurlijke personen, beneden de leeftijd van 27 jaren, van welke schenking overtuigend wordt aangetoond, dat zij slechts heeft gestrekt tot betaling van — of bijdrage tot — de kosten van studie of opleiding voor enig beroep van een begiftigde, die zonder die schenking niet in staat zou zijn die studie of opleiding aan te vangen of te genieten;
- 3°
vervallen;
- 4°
de belasting, verschuldigd wegens een schenking ten algemenen nutte voor het grondgebied van Nederland, welke aan een bepaald tijdstip of een bepaalde gebeurtenis gebonden is.
2
Onze Minister kan kwijtschelding verlenen van de belasting verschuldigd wegens verkrijgingen door:
- a.
een andere Staat, voor zover de belasting meer bedraagt dan de belasting die de Nederlandse Staat verschuldigd zou zijn;
- b.
een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam van een andere Staat, voor zover de belasting meer bedraagt dan de belasting die een Nederlandse provincie of gemeente verschuldigd zou zijn;
een en ander met dien verstande dat zodanige kwijtschelding van belasting alleen wordt verleend, indien de Staat die de making of schenking verkrijgt of waar de verkrijger is gevestigd, verklaart dat in geval van makingen of schenkingen door een inwoner van die Staat aan de Nederlandse Staat, een Nederlandse provincie of gemeente, over die makingen of schenkingen niet meer belasting zal worden geheven dan ingeval de buitenlandse Staat zelf zou verkrijgen of de verkrijger op het grondgebied van de buitenlandse Staat zou zijn gevestigd.
3.
Onze Minister kan, in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen en volgens daarbij te stellen regels, geheel of gedeeltelijk kwijtschelding verlenen van de verschuldigde erfbelasting en de evenredig met deze gehele of gedeeltelijke kwijtschelding samenhangende belastingrente indien voorwerpen uit de nalatenschap met een nationaal cultuurhistorisch of kunsthistorisch belang, door de verkrijger in eigendom worden overgedragen aan de Staat. Het bedrag van de kwijtschelding beloopt 120 percent van de waarde van de overgedragen voorwerpen maar niet meer dan de verschuldigde belasting en de in rekening gebrachte belastingrente.