Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/431
De beslissing tot gegrondverklaring van het beklag is ontoereikend gemotiveerd, nu de Rb met haar overweging dat het ‘thans voorliggende dossier (…) ten enenmale onvoldoende [is] om de aard en omvang van de tegen klager gerezen verdenking behoorlijk te kunnen beoordelen’ niet de t.a.v. de onderscheiden beslagen aan te leggen maatstaf heeft toegepast.
HR 15-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:416
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 maart 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/01763
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:416, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2713, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2015
Essentie
De beslissing tot gegrondverklaring van het beklag is ontoereikend gemotiveerd, nu de Rb met haar overweging dat het ‘thans voorliggende dossier (…) ten enenmale onvoldoende [is] om de aard en omvang van de tegen klager gerezen verdenking behoorlijk te kunnen beoordelen’ niet de t.a.v. de onderscheiden beslagen aan te leggen maatstaf heeft toegepast.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 18 maart 2015, nummer K 15/72, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door: [klager].