Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/91
91 Primair en subsidiair aangevoerde verweren
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691700:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
(i) Dat de opstal niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen (anders gezegd: dat zij gebrekkig is), (ii) dat zij daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, en (iii) dat dit gevaar zich heeft verwezenlijkt.
Verweerder voert als bevrijdend verweer dat aansprakelijkheid op grond van art. 6:162 BW zou hebben ontbroken indien hij het gevaar bij het ontstaan hiervan zou hebben gekend.
HR 30 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7487, NJ 2012/689 (Baardse/Gem. Dordrecht; paalrot). Een vergelijkbare bepaling is te lezen in art. 6:173 lid 1 BW (gebrekkige zaken). Bij een mogelijke grondslag voor civielrechtelijke aansprakelijkheid van de NAM voor gasboringen in Groningen (art. 6:177 BW) bestaat de mogelijkheid dat de NAM een beroep doet op een bevrijdend verweer (art. 6:178 BW). Zie ook Kamerstukken II 1998/99, 26 219, 15, p. 41 alsmede Gijselaar, Rijnhout & Emaus 2014.
HR 16 januari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AM2315, r.o. 3.4.2, NJ 2004/164.
Hof ’s-Hertogenbosch 19 februari 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ1929.
Zoals al aangegeven kan verweerder zijn verweer zodanig inkleden dat het primaire verweer een gemotiveerde betwisting is en het subsidiaire een bevrijdend verweer.
Voorbeelden
Aansprakelijkheid bezitter van opstal (art. 6:174 lid 1 BW)
“De gedaagde – de bezitter van de opstal – kan in beginsel ermee volstaan de toepasselijkheid van deze drie cumulatieve voorwaarden voor aansprakelijkheid1 te betwisten. Hij kan daarnaast – of uitsluitend – het bevrijdende verweer voeren dat, zelfs al zou aan deze voorwaarden voor aansprakelijkheid zijn voldaan, toch geen aansprakelijkheid is ontstaan omdat in de omstandigheden van het concrete geval, aansprakelijkheid op de voet van afdeling 6.3.1 zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend (de tenzij-clausule).2 Stelplicht en bewijslast van de voorwaarden voor toepasselijkheid van deze uitzondering rusten op de bezitter van de opstal.”3
Exclusieve distributieovereenkomst
“Badaway heeft aan zijn vorderingen het bestaan van een exclusieve distributieovereenkomst tussen hem en Atlanta ten grondslag gelegd. Nu Atlanta primair het bestaan van deze overeenkomst gemotiveerd heeft betwist, brengt de hoofdregel van art. 150 Rv mee dat op Badaway de bewijslast rust van zijn stelling dat sprake was van een exclusieve distributieovereenkomst. Nu Atlanta zich ter bevrijding van haar aansprakelijkheid subsidiair erop beroept dat die overeenkomst inmiddels was geëindigd, rust, voor het geval Badaway erin slaagt te bewijzen dat sprake was van een exclusieve distributieovereenkomst, op Atlanta ingevolge dezelfde hoofdregel de bewijslast van haar stelling dat die overeenkomst inmiddels beëindigd was.”4
Verweerder kan zich uitsluitend concentreren op het te voeren bevrijdend verweer. Dat kan risico’s meebrengen wanneer het bevrijdende verweer niet opgaat en de primaire vordering niet of niet voldoende is betwist.
Voorbeeld
“De verbintenis waarop de vordering van de werknemer is gebaseerd en de hoogte van het op grond daarvan verschuldigde bedrag, zijn door het uitzendbureau niet betwist. Het uitzendbureau heeft slechts aangevoerd dat zij de aan werknemer verschuldigde bedragen reeds heeft voldaan. Dit verweer is een bevrijdend verweer.”5 Na verwerping van het bevrijdende verweer komt de rechter eerst toe aan een inhoudelijke beoordeling. Wanneer verweerder de vordering an sich niet heeft betwist, wijst de rechter de vordering toe.