Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 417
HR, 10-03-2009, nr. 07/11939 B
HR 10-03-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG8959
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 maart 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/11939 B
- Conclusie
A-G Schipper
- LJN
BG8959
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG8959, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG8959, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑03‑2009
- Wetingang
Sv art. 552a
Essentie
Door het klaagschrift tegen de inbeslagneming ongegrond te verklaren omdat klager niet buiten redelijke twijfel als rechthebbende kon worden aangemerkt, heeft de rechtbank een onjuiste maatstaf aangelegd.
Samenvatting
Als het belang van strafvordering het voortduren van het beslag niet meer vordert, moet de rechter de teruggave gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende moet worden beschouwd. Door het klaagschrift ongegrond te verklaren omdat klager niet buiten redelijke twijfel als rechthebbende kon worden aangemerkt, heeft de rechtbank een onjuiste maatstaf aangelegd.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.