Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 423
HR, 10-03-2009, nr. 07/11101
HR 10-03-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG5978
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 maart 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/11101
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BG5978
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG5978, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG5978, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑03‑2009
Essentie
Hof gebruikt verklaring verdachte voor het bewijs die het Hof volgens eerdere overweging niet voor het bewijs zou gebruiken, leidt niet tot cassatie nu verdachte later een zelfde verklaring tegenover RC heeft afgelegd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 21 mei 2007, nummer 20/000836-06, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. S.T. van Berge Henegouwen, mr. C.W.J. Faber en mr. C.P. van Dijk, te Maastricht.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. S.T. van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.